Skip to: Leren ruimte maken voor en aansluiten bij ervaringskennis

Kenniscentrum Phrenos website

Leren ruimte maken voor en aansluiten bij ervaringskennis

Om herstelondersteunende zorg en begeleiding te kunnen bieden is ruimte voor ervaringskennis cruciaal. Het vraagt (na)scholing van alle professionals, ervaringsdeskundigen en anderen – om die ruimte te kunnen maken.

Kenniscentrum Phrenos biedt (na)scholing in de toepassing van een aantal methoden waar ruimte voor ervaringskennis op de voorgrond staat.

De scholing voor het kunnen toepassen van methoden voor zelfhulp – WRAP, Herstellen doe je Zelf, HOP – is specifiek voor ervaringsdeskundigen. Basis voor deze scholing is altijd de eigen ervaring met de betreffende methode. (Dit kan ook onderdeel van het scholingstraject zijn) . De andere methoden – In gesprek over zin en POD – zijn aspecifiek voor alle professionals.

Ervaringskennis

Binnen zorg en welzijn verwijst het begrip ervaringskennis in de eerste plaats naar de persoonlijke ervaringen van ontwrichting en herstel van cliënten en naasten. Vanuit de inzichten in die ervaringen ontstaat herstel. In dat herstelproces worden ook aangereikte professionele en wetenschappelijke kennis en inzichten opgenomen, eigen gemaakt, vertaald naar het eigen leven.

In bredere zin verwijst ervaringskennis naar dat wat ieder van ons ervaart, drijft en afstoot, steeds weer opnieuw. We kennen allemaal vreugde, pijn, verdriet, teleurstelling et cetera. Het is daarmee ook de gemeenschappelijke grond voor onderlinge verbinding, wederzijds begrip en de persoonlijke ‘klik’.  Zie ook het Beroepscompetentieprofiel Ervaringsdeskundigheid.

Ervaringskennis, professionele en wetenschappelijke kennis

Ervaringskennis, professionele en wetenschappelijke kennis zijn verschillend van aard. Ervaringskennis omvat het hele woelige persoonlijke ervaringsdomein waarin iemand zoekt naar betekenis en zin. Professionele en wetenschappelijke kennis zijn meer gefilterd en geordend. Dat maakt de onderlinge afstemming niet vanzelfsprekend.

Ruimte maken voor ervaringskennis vraagt wat van alle betrokkenen. Zie daarvoor ook de kwaliteitsstandaard generieke module Ervaringsdeskundigheid

Scholing in specifieke interventies die elk vanuit een eigen perspectief ruimte maken voor ervaringskennis biedt houvast voor zowel ervaringsdeskundigen als andere professionals

Dit draagt ertoe bij dat

    • cliënten en naasten ruimte voelen en inzicht opdoen in de betekenis van hun ervaringen, in wat hen goed doet (zin) en wat zij daarin nodig hebben van zichzelf en anderen;
    • hulpverleners persoonlijk kunnen verbinden met het complexe proces van cliënten en naasten en hun professionele en wetenschappelijke dienstbaar kunnen maken in dat proces.

    • Achtergrond: WRAP is in 1997 ontwikkeld door Mary Ellen Copeland en anderen vanuit hun eigen ervaringen met psychische problemen en herstel.

      Focus: De focus bij WRAP is herstel van welbevinden in brede zin. De centrale vragen zijn ‘Wat doet mij goed? En wat kan ik doen om goed voor mezelf te zorgen, ook als het minder gaat. WRAP is voor iedereen die meer inzicht en regie wil over het eigen welbevinden ongeacht diagnoses of mate van herstel. WRAP kan benut worden om psychische problemen te hanteren, werk- of thuissituaties te verbeteren, nieuwe uitdagingen aan te gaan. Iedereen kan vanuit eigen perspectief deelnemen.

      Onderzoek: WRAP draagt bij aan  minder symptomen, meer hoop, hogere subjectieve kwaliteit van leven (Cook e.a. 2011); beter opkomen voor eigen belangen bij ggz-hulpverleners (Jonikas e.a. 2011); verminderde zorgvraag en zorgkosten (Cook e.a.2013). Een systematische review (Canacott e.a. 2019) onderstreept dat WRAP bijdraagt aan subjectief ervaren herstel.

      Beschrijving methode: WRAP heeft vier hoofdonderdelen:

      1) Sleutelbegrippen hoop, persoonlijke verantwoordelijkheid, eigen ontwikkeling, opkomen voor jezelf en steun

      2) een gereedschapskoffer voor een goed gevoel met daarin alles wat iemand doet om zich goed te voelen

      3) de actieplannen van de WRAP zelf waarin het gereedschap geordend wordt: een plan voor dagelijks onderhoud, triggers en een actieplan, vroege waarschuwingstekenen en een actieplan, signalen van ontsporing en een actieplan, een crisisplan en een postcrisisplan.

      4) een aantal herstelthema’s: eigenwaarde, peer-support, omgaan met negatieve gedachten, werk, leefomgeving en leefstijl.

      WRAP wordt aangeboden door twee geschoolde facilitators in acht groepsbijeenkomsten van elk 2,5 uur.

      Lees meer over WRAP

      Scholingsaanbod WRAP

      I In-company implementatietraject

      II Een in-company WRAP Facilitatortraining

      III Een in-company WRAP Facilitator refresher

      IV Landelijke WRAP Facilitator training

      V Landelijke WRAP Facilitator refresher

    • Achtergrond: Herstellen doe je Zelf is in de jaren 90 samen met cliënten ontwikkeld vanuit het rehabilitatiegedachtegoed.

      Focus: centraal bij Herstellen doe je Zelf staat het herstel van sociale rollen en participatie, wat hindert en hoe kan je daarin verandering brengen.

      Onderzoek: toont een positief effect op empowerment, hoop en (zelf)vertrouwen (Van Gestel, 2011)

      Beschrijving methode: Herstellen doe je Zelf wordt standaard aangeboden in een groep van 8 tot 12 deelnemers. De cursus bestaat uit 12 bijeenkomsten van 3 uur begeleid door twee (geschoolde) cursusleiders. Elk van de 12 bijeenkomsten heeft een eigen thema: introductie, betekenis van herstel, ervaringen van herstel, wensen voor de toekomst, keuzes maken, doelen stellen, de buitenwereld, rollen, steun, mogelijkheden, opkomen voor jezelf, evaluatie.  Deelnemers diepen de thema’s uit aan de hand van oefeningen en uitwisseling van ervaringen.

      Lees meer over Herstellen doe je Zelf

      Scholingsaanbod Herstellen doe je Zelf

      I In-company implementatietraject Herstellen doe je Zelf

      II Landelijke online training voor cursusleiders Herstellen doe je Zelf

      III In-company training voor cursusleiders Herstellen doe je Zelf

    • Achtergrond:  HOP is in 2014 ontwikkeld door onderzoeksinstituut NAMI-Chicago onder leiding van Patrick Corrigan en Robert Ludin vanuit het inzicht dat weten of en hoe je open kan zijn bijdraagt aan herstel.

      Focus: Centraal bij HOP staat het verkennen van ervaringskennis van openheid rond psychische problemen en het verkennen van manieren waarop je open wilt zijn en van het verkennen en doorbreken van (zelf)stigma.

      Onderzoek: Een meta-analyse naar de effecten van HOP toont significant positieve effecten op stigma stress, klein effect op zelfstigma en depressieve symptomen. Rüsch N, Kösters M. (2021).

      Beschrijving methode: HOP wordt aangeboden in 3 tot 4 bijeenkomsten van 3 uur in een groep van 8 tot 12 deelnemers begeleid door twee geschoolde HOP Facilitators. In de eerste drie bijeenkomsten komen aan bod: het afwegen van voor en nadelen van openheid, manieren om open te zijn, het uitproberen om ergens open over te zijn. De vierde bijeenkomst behandelt het herkennen en omgaan met (zelf)stigma.

      Lees meer over HOP

      Scholingsaanbod HOP

      I In-company volledig implementatietraject HOP

      II Landelijke HOP Facilitator training

      III Landelijke HOP Facilitator refresher

    • Achtergrond: De training is ontwikkeld door Paul Andreoli (gezondheidszorgpsycholoog) en Benno Wiegers (SPV ouderenpsychiatrie) in samenwerking met Kenniscentrum Phrenos. Aanleiding is dat zin en zingeving nog zo vaak onvervulde zorgbehoeften zijn. (Landelijke Monitor Ambulantisering en Hervorming Langdurige GGZ 2019; Kroon e.a., Nieuw Amerongen e.a.2020., Enquête Akwa GGZ 2020. Zie ook Generieke Module Zingeving.)

      Focus: Open, laagdrempelig  en zonder vooropgezet doel en los van rollen, in gesprek kunnen gaan over ervaringen van zin(geving). De training In gesprek over Zin kan bijdragen aan het toepassen van de Generieke Module Zingeving.

      Beschrijving methode: In gesprek over zin wordt aangeboden in drie bijeenkomsten van 2,5 uur waarin deelnemers aan de hand van een aantal vragen en werkvormen uitwisselen over zin: Wat betekent zin voor mij? Wat ervaar ik als zin? Wanneer ervaar ik zin? Wanneer juist niet? Deelnemers ontdekken en ontwikkelen hun ervaringskennis op dit thema. Na afloop van de drie bijeenkomsten hebben deelnemers meer begrip van wat zin voor hen betekent en hoe zij zelf het ervaren van zin kunnen ondersteunen.

      Aanbod:  In gesprek over zin kan aangeboden worden in verschillende werksettings: ggz-organisaties, buurthuizen, herstelinitiatieven, scholen – overal waar het thema zin om meer aandacht kan vragen.

      Scholingsaanbod In gesprek over zin

      In gesprek over zin training voor gespreksbegeleiders

    • Achtergrond:  POD is met de toevoeging van de P voor ervaringskennis/ervaringsdeskundigheid – een doorontwikkeling van Open Dialogue dat in de jaren 80 in Finland is ontstaan. Uitgangspunt is dat alleen de cliënt weet wat helpt en hindert bij herstel en dat hier altijd een netwerk bij betrokken is.  POD is een innovatieve dialogische werkwijze om ruimte te maken voor alle perspectieven van cliënt, naasten en hulpverleners en samen te zoeken naar welke zorg of ondersteuning kan helpen. Niets wordt besproken over de cliënt zonder de cliënt.

      Focus: Dialoog in het netwerk van cliënt, naasten en hulpverleners. De werkwijze integreert ervaringskennis van alle deelnemers en de professionele en wetenschappelijke kennis van de ervaringsdeskundige en andere professionals.

      Onderzoek: (P)OD Minder symptomen, minder medicatiegebruik, 72% terug naar werk, minder lang afhankelijk van zorg en van sociale steun. (Seikkula e.a. 2006 en 2011).Er is nog te veel variatie in de onderzoeksmethode; steviger onderzoek is nodig (Freeman e.a. 2019). Cliënten ervaren meer continuïteit van zorg, meer steun, zijn meer betrokken bij de zorg. POD is klinisch effectief te implementeren binnen de NHS (UK) (Kinane e.a. 2022).

      Lopend onderzoek: ODDESSI (RCT in Engeland, naar het effect van POD op terugval en opname); HopeNDialogue (internationaal onderzoek naar toepassing OD). Karin Lorenz onderzoekt bij GGzE hoe POD de zorg kan verbeteren, hoe het wordt toegepast en waar je tegenaan loopt.

      Beschrijving methode: Centraal staat de kunst van de open dialoog. Leidend daarbij zijn de volgende zeven principes:

      1. Onmiddellijke hulp
      2. Perspectief sociaal netwerk
      3. Flexibiliteit en mobiliteit
      4. Verantwoordelijkheid bij één hulpverlener
      5. Psychologische continuïteit
      6. Onzekerheid verdragen
      7. Dialogisme en meerstemmigheid

      Wanneer iemand hulp zoekt, wordt gevraagd welke naasten kunnen aansluiten bij het gesprek en wordt zo snel mogelijk een netwerkgesprek gepland. In de loop van de gesprekken kan de samenstelling van het netwerk veranderen al naar gelang de behoefte van de cliënt.
      In het netwerkgesprek zijn altijd twee POD-gespreksbegeleiders aanwezig. Zij faciliteren de open dialoog en delen ter plekke wat deze bij hen oproept – ideeën, zorgen, twijfels etc. In de netwerkgesprekken komen verschillende perspectieven op en ontstaan nieuwe ideeën. Wanneer er een bepaalde behandeling passend blijkt, kan die parallel aan de netwerkgesprekken worden uitgevoerd. Dat kan betekenen dat er een tijdje geen of veel minder frequent netwerkgesprekken worden gepland. Alle benodigde expertise - van binnen of van buiten de eigen organisatie kan in de netwerkgesprekken worden ingevoegd.

      Lees meer over POD

      Scholingsaanbod POD

      I POD training

      II Introductieworkshop POD

Back To Top