Vakmanschap en (domeinoverstijgend) samenwerken was het thema van deze eerste Phrenos werkconferentie te Utrecht. Aanwezig waren ruim 120 (ervaringsdeskundige) professionals en onderzoekers werkzaam bij deelnemende organisaties van Phrenos. Ontmoeting, inspiratie en leren van elkaar stonden centraal. Het programma bestond uit plenaire sessies met sprekers en discussie, het lanceren van een e-learning domeinoverstijgend samenwerken en de uitreiking van de Jaap van Weeghel-penning. Tussendoor waren er twee rondes met deelsessies. Zie hieronder een impressie van de dag.
Dagvoorzitter Elnathan Prinsen (bestuurder van Parnassia) opende de dag en loodste het publiek soepel door het programma.
Floortje Scheepers, directeur wetenschap Kenniscentrum Phrenos, psychiater en hoogleraar innovatie in de ggz bij UMC Utrecht deed de inhoudelijke aftrap. Zij ging in op hoe professionals kijken naar mensen met psychische problemen. Dit wordt vaak geïsoleerd en wat statisch bekeken, maar ieder mens is natuurlijk anders en hun geest is dynamisch en past zich aan aan hun omgeving, de context waar men zich op focust, de verbinding met anderen, die op ieder vlak weer anders kan zijn. Herstelgericht aanbod komt ook niet meer alleen vanuit de ggz, maar ook vanuit sociaal domein. Daarom is domeinoverstijgende samenwerking waarin oplossingen in de dialoog kunnen ontstaan van groot belang.
Vakmanschap met ervaring
Vervolgens leidde Dienke Boertien van Kenniscentrum Phrenos het thema vakmanschap in. Ruimte voor ervaringskennis bij herstelgerichte zorg vraagt om een goede afstemming tussen wetenschappelijke, professionele en ervaringskennis. Zij ging in gesprek met Manouche van Alst, psychiater bij UMC Utrecht en Martijn Kole, ervaringsdeskundige bij Het Blauwe Paard over hoe zij in hun praktijk invulling geven aan dit vakmanschap. Zij zetten uiteen hoe zij vrije ruimte en dialoog proberen te benutten bij de behandeling en begeleiding van cliënten en hun naasten.
Deelsessies
Na de ochtendpauze was er een ronde met deelsessies over vakmanschap in de praktijk.
De professionals in de workshop Community of Practice; Samen leren van en toepassen in de praktijk maakten zichtbaar hoe de bij de IPS-uitvoering betrokken partijen samenwerken om met een cliënt een passende werkplek te vinden en te behouden. Om mensen duurzaam aan het werk te houden is regelmatig contact met de cliënt en de werkgever heel belangrijk, ook als het goed gaat, aldus Jeroen Ooms, IPS-trajectbegeleider van GGZ Centraal. Soms kunnen de gesprekstechnieken van Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) uitkomst bieden vertelden Carina Vegter en Hermien Sloff van GGZ Drenthe. Klantmanagers van de gemeente blijven op de achtergrond wanneer hun cliënt een IPS-traject volgt, vertelden, Nynke van Angeren en Stephan van Strien van de gemeente Amersfoort. Ze stellen het aanbod van bijvoorbeeld het Regionaal WerkCentrum (Apeldoorn) en het Werkgeversservicepunt beschikbaar voor de IPS-trajectbegeleider en de cliënt. Er zijn nog verbeterpunten te noemen maar op dit microniveau lijkt de samenwerking rond om de cliënt goed geregeld, aldus Dorien Verhoeven, Phrenos.
De workshop LVB in de GGZ – aansluiten bij mogelijkheden van patiënten werd verzorgd door Daniëlle van Duin, Phrenos, en Jeanet Nieuwenhuis, psychiater, PhD en senior onderzoeker VGGNet.
Maar liefst 40% van de mensen in de S-GGZ heeft aanwijzingen voor een licht verstandelijke beperking of zwakbegaafdheid. Maar de zorg en behandeling zijn hier nog niet voldoende op toegerust. Jeanet Nieuwenhuis, vertelde over inzichten uit onderzoek en haar werk als psychiater. Haar adviezen voor de praktijk: screen aan de voordeur met de SCIL, vergroot het begrip en de motivatie bij medewerkers o.a. via ervaringsverhalen, en vergroot kennis rond LVB. Twee ervaringsdeskundigen vertelden over hun ervaringen hoe het is om met een licht verstandelijke beperking te leven. Eén van hen gaf aan dat ze in haar dagelijks leven het meeste last heeft van overvraging en overschatting. De ander dat ze vaak heel boos en gefrustreerd werd doordat ze zich onbegrepen voelde en anderen niet goed begreep. Ten slotte gaven zij enkele algemene tips mee: wees duidelijk, vertel iets waar nodig vaker en in eenvoudige taal, check of de boodschap is overgekomen en of afspraken uitvoerbaar zijn, neem niet over maar doe het samen, neem iemand serieus en behandel de persoon gelijkwaardig.
De workshop Harmonie in polyfonie: ruimte voor ervaringskennis werd verzorgd door Dienke Boertien, Phrenos samen met Evelien Hulshof en Hanneke Schuurmans van GGZ Oost Brabant. De druk om doelen te behalen heeft effect op het welbevinden van cliënt en hulpverlener. In de workshop wisselden deelnemers uit over ervaringen van schuring die je zowel in jezelf als met anderen kan ervaren en hoe je deze (innerlijke) meerstemmigheid kan benutten. Deelnemers deelden hoe zeer het gehoord worden en samen kunnen zoeken in die polyfonie voor zowel cliënten als hulpverleners soms wel lastig is maar de situatie wel recht doet en bevrijdend kan zijn.
In de workshop Omgaan met stigma op het werk: Handvatten voor het gesprek over openheid op het werk ging Jessica Rits, trainer van Merkvaardig, met de deelnemers in gesprek over hoe je mensen met psychische problemen bij een sollicitatieproces faciliteert? Openheid is een keuze, het (nog) niet vertellen ook. En wat vertel je dan en tegen wie in de organisatie? De beslishulp Coral kan bij het maken van een keuze helpen. Wat zijn onze vooroordelen, wat kan iemand (nog) wel en hoe is dat als iemand veel psychische problemen heeft? Er ontstond een dialoog, vragen kwamen op tafel, ook tussen de deelnemers. Er is niet één antwoord, het blijft maatwerk. Het gaat om mensen. Het blijft kijken, doorvragen, de ander zien, met een open blik.
De workshop Ruimte voor reflectie: Met tijd voor jezelf bijdragen aan krachtig vakmanschap werd verzorgd door Christine Kuiper, Phrenos. Aan de hand van de journalling methode, gebaseerd op de Theory U van Otto Scharmer, hebben professionals in deze sessie stil bij zichzelf stilgestaan. Scharmer zegt dat we het grootste deel van de tijd aan het downloaden zijn. De huidige tijd vraagt echter om iets anders dan meer van hetzelfde. Een manier om het downloadpatroon te doorbreken is journalling. Dit betekent dat je aan de hand van vragen opschrijft wat er in je op komt, zonder al te veel na te denken. Vragen die aan de orde kwamen varieerden van: Waarom heb je destijds voor dit vak gekozen? en Bekijk je huidige situatie vanuit het perspectief van jezelf als jongere persoon, aan het begin van je reis: ‘Wat heeft die jongere je te zeggen?’ tot ‘Wat moet je loslaten om de adviezen werkelijkheid te laten worden?’ In deze sessie wisselden aanwezigen de uitkomst met elkaar uit om zo de opgedane inzichten te bestendigen.
De workshop Leefstijl voor mensen met psychische problemen: hoe doen we dat eigenlijk? werd verzorgd door Lars de Winter van Phrenos, en Jeroen Deenik van GGZ Centraal. Samen met de deelnemers werd stilgestaan bij hoe je op een passende manier leefstijlinitiatieven kunt toepassen, afgestemd op de wensen van de cliënt. Goede voorbeelden en knelpunten werden opgehaald en vervolgens werd door middel van een praktijkcasus, het GOAL project, verder gereflecteerd. Bevorderende factoren die werden genoemd waren instrumenten die de intrinsieke motivatie van de cliënt stimuleren, zoals een overzicht van aanbod aan de voordeur, organisatie van groepsaanbod, bijvoorbeeld samen koken en het betrekken van het netwerk. Als knelpunten werden tekort aan tijd en middelen, het opleggen van leefstijlaanbod aan de cliënt en gebrek aan kennis en prioritering in de organisatie genoemd. De grootste wens is om cliënten te verbinden met het leefstijlaanbod in de maatschappij, bijvoorbeeld sportverenigingen. Hierdoor wordt leefstijl niet enkel een middel is om de mentale en fysieke gezondheid te bevorderen, maar ook een vorm van maatschappelijke participatie.
Domeinoverstijgend samenwerken
Christine Kuiper, Phrenos, leidde met haar lezing Domeinoverstijgende samenwerking: willen, kunnen, mogen… dit thema in. Volgens haar kan het Triade model van Theo Poiesz helpen om dit ook daadwerkelijk te gaan doen. Dit model laat zien dat het vergroten van capaciteit, ofwel kunnen (denk aan competenties) en gelegenheid, ofwel mogen (bijvoorbeeld tijd en ruimte) kunnen bijdragen aan het willen ofwel vertonen van ander gedrag, in dit geval integraal werken. GGZ Ecademy en Phrenos helpen hierbij met de e-learning domeinoverstijgend samenwerken, gebaseerd op het door Phrenos ontwikkelde Kompas ernstige psychische problemen en kwaliteit van leven. Daarnaast kreeg Lex Staal, directeur-bestuurder bij Sociaal Werk Nederland (SWN) het woord. Hij gaf aan dat we zorg en welzijn vaak in een zin noemen, maar dat de werelden erachter echt heel anders zijn. Zijn call to action? Zoek elkaar op, start met samenwerken en leer van elkaar. Tot slot nam Thomas Rijke, manager innovatie & portfolio bij RIBW Overijssel, ons mee in de aanpak ‘Stap in de wijk‘. Deze nieuwe manier van ondersteuning benut de kracht van de wijk om zo de stap voor cliënten naar de samenleving te verkleinen. Met een Stappenverteller meet men op een aansprekende manier hoe de voortgang verloopt. Dit werkt: de wereld voor cliënten én professionals wordt op deze manier groter dan het RIBW alleen. Een cliënt gaf zelfs aan dat hij dacht dat hij nooit meer een netwerk zou hebben, toch is dat nu wél gelukt. Aldus Rijke moeten we echt anders gaan denken en doen, samen met welzijn én informele verenigingen in de wijk. Werken vanuit waarden als ontmoeting, je thuis voelen en gelijkwaardigheid, helpen hierbij.
Voordat de aanwezigen zich weer naar de workshops begaven, werd Jaap van Weeghel-penning uitgereikt. De drie genomineerden, Welchen II, de Leefstijlpoli en Muziekcentrum Eiwerk werden door Phrenos-bestuurslid Philippe geroemd. Vervolgens reikte Jaap van Weeghel zelf de prijs uit aan de winnaar Muziekcentrum Eiwerk.
Deelsessies
Daniëlle van Duin van Phrenos, leidde de workshop Domeinoverstijgend samenwerken in Netwerkpsychiatrie in met een presentatie over de transitie van ketenzorg naar netwerkzorg. Waar ketenzorg vrij lineair naar een zorgroute kijkt, stelt netwerkzorg de cliënt centraal en wordt er een netwerk van zorg rondom de client gecreëerd, waar idealiter moeiteloos doorheen bewogen kan worden. Er werden twee voorbeelden toegelicht. Lydia Ebbers van Antes vertelde over een participantenoverleg met alle netwerkpartners uit de regio. In eerste instantie werkte dat niet zo goed. Het overleg werd omgedoopt tot ‘aandeelhoudersoverleg’ en vlotgetrokken door een externe spreker met een inspirerend netwerkvoorbeeld, de aanstelling van aandachtsfunctionarissen bij iedere organisatie en van een onafhankelijk verbindingsofficier. In het overleg nemen ook ervaringsdeskundigen deel. Claudia Lipsch, psychiater bij Parnassia Groep vertelde dat in de Schilderswijk Den Haag ggz-wijkteams extra middelen (in uren) kregen om in te zetten op maatschappelijk werk. Deze extra beschikbare uren werden verspreid over alle teamleden en ingezet voor laagdrempelige samenwerking met netwerkpartners, bijvoorbeeld consultatie bij keukentafelgesprekken, meegaan met politiebezoeken, herstelgroepen organiseren in wijkcentra. Positieve effecten zijn onder andere minder crisissen en minder overlast. Gaandeweg ontstaan kleine overzichtelijke netwerken op wijkniveau met persoonlijk contact, wat leidt tot een gezamenlijke visie.
Irene van de Giessen, ervaringsdeskundig adviseur en Klazine Tuinier, ervaringsdeskundige en directeur van HerstelTalent vertelden in de workshop Met herstelcentra de zorg verbeteren over hoe zij vanuit HerstelTalent in Zeeland mensen ondersteunen om hun weg naar herstel en in de samenleving weer te vinden. Zij sluiten daarbij steeds weer aan bij het verhaal van de mensen die zij ondersteunen, maar ook bij de perspectieven van de partijen die bij de zorg of begeleiding van deze mensen betrokken zijn. Door ruimte te maken voor alle perspectieven en de dialoog worden er gezamenlijke en gedragen oplossingen gevonden. HerstelTalent vertelde over haar praktijk en ging in gesprek over de succes en faalfactoren, onder meer in de samenwerking in het sociaal domein.
Het doel van de sessie Is jouw team/ organisatie stigmaproof was kennis en ideeën uitwisselen die bijdragen aan het bevorderen van destigmatiserend denken en handelen in je team en organisatie. In deze workshop lieten Job van den Heuvel, directeur behandelzaken bij GGZ Rivierduinen en Dorien Verhoeven, Kenniscentrum Phrenos zien hoe de Quickscan Destigmatisering gebruikt kan worden in een team of organisatie om het gesprek aan te gaan over het (destigmatiserend) denken en handelen. Job van den Heuvel We startte met een korte inleiding in de verschillende vormen van stigma en de werking daarvan. De deelnemers hadden voorafgaand aan de workshop de QuickScan destigmatisering ingevuld, zodat de uitkomsten in de groep konden worden besproken. Het leverde, ook door de ervaringsdeskundigen in de zaal, levendige discussies op. Job van den Heuvel gaf aan dat er bij Rivierduinen actief met de QuickScan gewerkt wordt en dat structurele inzet van deze tool gewenst is om de discussie en bewustwording binbnen de teams te bevorderen. Voor veel van de deelnemers aan de workshop was dit de eerste kennismaking met de Quickscan Destigmatisering.
In de workshop Alleen ga je sneller, samen kom je verder. Gelijkwaardig samenwerken in de wijk, maar hoe? lichtte Christine Kuiper van Phrenos het voorbeeld W in de Wijk toe. Dit is een herstelgerichte aanpak die inclusie van mensen met een psychische kwetsbaarheid bevordert door vrijwilligers, professionals en bewoners zo toe te rusten dat zij eraan bijdragen dat mensen met een psychische kwetsbaarheid zich welkom voelen in hun buurt. In deze aanpak stond gelijkwaardig samenwerken tussen ggz, welzijn, gemeente en ervaringsdeskundigheid vanaf de start centraal. Edwin Peters (team ED), Karin Petersen (GGZ in Geest), Chris van der Kroon (Stadsdeel Zuid Amsterdam) en Moni Hanasbei (Dynamo) vertelden hoe zij in 2014 gestart zijn in Amsterdam Zuid. Door vanaf de start gelijkwaardig samen te werken door het beste van vier werelden te bundelen, is W in de Wijk uitgegroeid tot een aanpak die bijdraagt aan sociale inclusie in meerdere stadsdelen van Amsterdam. De uitvoerders werken daaraan door te netwerken, kwartier te maken, te coachen en te trainen. Mensen met een psychische kwetsbaarheid kunnen daardoor op hún manier participeren in hun buurt. Meer weten? Zie: W in de wijk | Samen werken aan wijken waar iedereen welkom is (w-indewijk.nl)
Tot slot was er een deelsessie vanuit het project BE-grip over het verbinden van verschillende perspectieven rondom onbegrepen gedrag. Didier Rammers en Barbara Stringer beiden werkzaam bij CCE (Consultatie Expertise Centrum) begeleidden de workshop door hun werkwijze toe te lichten en stap één daarvan door deelnemers te laten uitvoeren: het speelveld van een voorgedragen casus in kaart brengen. We merkten in de workshop hoe lastig het soms was om bij deze opdracht te blijven. Geregeld doken we de inhoud in, terwijl stap één iets anders van ons vraagt. Het speelveld in kaart brengen betekent zicht krijgen op aanwezige en afwezige ketenpartners, hun verhoudingen, veranderwensen en handelingsmogelijkheden. In een uur hebben we ervaren wat het betekent hier aandacht voor te hebben. Het resultaat was een scherpe en gelaagde analyse van het probleem, waarvan een groot deel van de oplossing zijn wortels niet vond in de inhoud, maar in het verbinden van ketenpartners op samenwerkingsniveau.
Na een plenaire reflectie op de dag door de workshopleiders en dagvoorzitter Elnathan Prinsen was het tijd om nog na te praten onder het genot van een heerlijke alcoholvrije mocktail.
Accreditatie
Accreditatie is toegekend door:
– Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten (FGzPt) met 4 punten
– Kwaliteitsregister V&VN en Register Zorgprofessionals met 6 punten
– Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) met 4 punten
– Verpleegkundig Specialisten Register (VSR) met 6 punten
– Registerplein met 6 punten