Skip to: Slechts 7% van groep met Ultra Hoog Risico op psychose (UHR) die geen psychose ontwikkelt, heeft of krijgt géén co-morbide psychiatrische stoornis

Kenniscentrum Phrenos website

Slechts 7% van groep met Ultra Hoog Risico op psychose (UHR) die geen psychose ontwikkelt, heeft of krijgt géén co-morbide psychiatrische stoornis

Op de middellange termijn ontwikkelt twee derde van de groep met een Ultra Hoog Risico op psychose (UHR) geen psychotische stoornis. Uit de literatuur komt naar voren dat deze groep wel ernstige psychische problemen houdt. In deze Australische studie werd onderzocht wat de prevalentie en het beloop was van de problemen van UHR-jongeren (n=226) die tussen 1993 en 2006 in de Personal Assessment and Crisis Evaluation (PACE) kliniek te Melbourne behandeld waren. De follow-up meting vond plaats tussen de 2 en 14 jaar na ontslag uit de kliniek. Op baseline zijn afgenomen: Brief Psychiatric Rating Scale (BPRS), Scale for the Assessment of Negative Symptoms (SANS), de Comprehensive Assessment of At-Risk Mental State (CAARMS), de Global Assessment of Functioning (GAF), de Wechsler Adult Intelligence Scale-Revised (WAIS-R). Bij de follow-up: Structured Clinical Interview for DSM-IV Axis I Disorders (SCID-I), CAARMS en persoonlijke interviews. Voor het beloop van de niet-psychotische stoornissen werden vier groepen onderscheiden: nooit, permanent of terugkerend, remissie of incidenteel. Het cohort werd in drie subgroepen verdeeld: lange follow-up periode (cohort 1993-2000), middelmatige (2001-2003) en korte (2004-2006). Het bleek dat bij follow-up 68,1% van het hele cohort aan de criteria voor tenminste één psychiatrische stoornis voldeed: stemmingsstoornissen bij 49%, angststoornissen bij 35% en middelenverslaving bij 29%. Daarnaast had 28% bij follow-up Attentuated Psychotic Symptoms (APS), afgezwakte psychotische symptomen. Op baseline was bij 90% van de deelnemers een niet-psychotische stoornis vastgesteld en die bleef bij 52% van hen tot aan de follow-up aanwezig. Bij de follow-up had 26% een remissie meegemaakt, maar 38% had een nieuwe stoornis ontwikkeld. Slechts 7% van het cohort had noch op baseline noch bij follow-up een stoornis. Vrouwelijke deelnemers hadden hogere scores voor een permanente stoornis.
Lin A, Wood SJ, Nelson B, Beavan A, McGorry P & Yung AR.(2015). Outcomes of nontransitioned cases in a sample at ultra-high risk for psychosis. American Journal of Psychiatry 172 (3), 249-58.

Back To Top