Kenniscentrum Phrenos website

Alternatieven voor dwang in de ggz: leren van Triëst

Er moet meer aandacht en ruimte komen voor het belang van relaties in de psychiatrische zorg. Dit kan helpen om een crisis op te vangen zonder (gedwongen) opnames of andere dwangmaatregelen. Dat stelt Christien Muusse (Trimbos-instituut) in haar proefschrift, dat zij op 8 november bij de Universiteit van Amsterdam verdedigde. In haar onderzoek vergelijkt zij de zorg voor mensen die in een psychiatrische crisis dreigen te belanden in Utrecht met het Italiaanse Triëst.

Triëst als inspiratiebron voor ggz

“Een dwangmaatregel is ontzettend ingrijpend,” zegt Muusse. “Mijn drijfveer voor dit onderzoek is dat ik wil kijken hoe we dwang in de zorg kunnen voorkomen. Bij de zorg in Triëst kunnen we ook kanttekeningen plaatsen, maar als het gaat om het voorkomen van dwang kunnen we van ze leren.”

Uit eerder onderzoek van Christien Muusse bleken opvallende verschillen tussen de psychiatrische zorg in Triëst en in Nederland. Het aantal bedden is bijvoorbeeld een stuk lager in Triëst, en de ggz maakt er veel minder gebruik van dwangmaatregelen. De ggz in Triëst werkt vanuit de visie: er gaat nooit een deur op slot.

Daartegenover stelt Muusse in haar proefschrift het zorglandschap van Utrecht, met veel verschillende vormen van gespecialiseerde zorg. In haar onderzoek vergelijkt ze hoe ggz-wijkteams in beide steden met een mogelijke crisis omgaan en welke ideeën over goede zorg daarbij een rol spelen. De uitkomsten kunnen helpen bij het nadenken over alternatieven voor dwang in de ggz.

Aandacht voor relaties binnen de ggz

In Triëst leveren de ggz-wijkteams zogenoemde ‘relationele zorg’. Daarbij ligt de focus niet alleen op de cliënt met zijn of haar problemen. De zorg is ook gericht op het sociale en maatschappelijke netwerk waar iemand deel van uitmaakt. Christien Muusse concludeert dat het helpt om de focus te verschuiven van de acute crisis naar een breder tijdsperspectief, met oog voor dat netwerk. Een sterk netwerk draagt daarmee niet alleen bij aan sociale inclusie, maar werkt ook als een ‘buffer’ om een ernstige crisis te voorkomen.

Waakvlamzorg

Muusse pleit in haar proefschrift voor ‘waakvlamzorg’: zorg waarin het gaat om verbinding maken, aanwezig zijn en steeds weer proberen wat werkt. Belangrijk hierbij is dat er minder nadruk komt op het heen en weer verwijzen naar ‘de meest passende zorg’, waarbij relaties worden verbroken in plaats van bestendigd. “Ik hoop dat er meer ruimte komt voor deze vorm van psychiatrische zorg,” zegt Muusse. “Dit vraagt om een zorgsysteem dat deze manier van werken ondersteunt, vooral voor de mensen met de meest complexe problemen.”

Christien Muusse verdedigt haar proefschrift Crisis, What crisis? A multi-sited ethnography of community mental health care around a psychiatric crisis in Trieste and Utrecht op 8 november bij de Universiteit van Amsterdam.

> Bekijk het proefschrift online

 

Back To Top