Kenniscentrum Phrenos en Verslavingskunde Nederland gaven onderzoeksbureau Mark Bench de opdracht om te onderzoeken hoe vaak de combinatie van psychische aandoeningen en verslaving (comorbiditeit) voorkomt, wat het beloop van de aandoening is en welke zorg cliënten vervolgens ontvangen.
Mark Bench verrichtte een literatuuronderzoek en raadpleegde 474 professionals en 134 cliënten. Hen werd gevraagd wat nodig was voor goede zorg, en waar zij vooral behoefte aan hadden.
Uit het literatuuronderzoek bleek dat meer dan 100.000 cliënten jaarlijks te maken hebben met een psychische aandoening en een comorbide verslaving. Zij hebben vaak meer en ernstiger klinische en maatschappelijke problemen dan mensen met een enkelvoudig aandoening. Bovendien is het voor deze groep cliënten moeilijk om een behandeling te (blijven) volgen. Als er behandeling is, knappen ze minder goed op en is het risico op terugval groter dan bij mensen met een enkelvoudige aandoening.
In de veldraadpleging gaven veel professionals aan dat hun organisatie of omgeving niet voldoende is ingericht op goede zorg bij verslaving én psychische aandoening. Volgens de helft van de bevraagde professionals ontbreekt het in hun organisatie aan visie en aan een gedeeld gevoel van urgentie. Voor dubbele diagnose behandeling zijn cliënten meestal aangewezen op speciale klinieken. Twee derde van de professionals was van mening dat er geen goed plan is, er te weinig middelen zijn voor deskundigheidsbevordering, samenwerking, tijd voor goede diagnostiek, en dat zij hun competenties op dit gebied willen verbeteren. Tijdens de veldraadpleging gaf een derde tot de helft van de professionals aan nooit een screeningsinstrument te gebruiken om psychische dan wel verslavingsproblemen te inventariseren.
Veel cliënten meldden behoefte te hebben aan een gecombineerde behandeling van beide aandoeningen, de inzet van ervaringsdeskundigheid, een respectvolle bejegening en goede nazorg.