De eerste tijd dat iemand een Eerste Psychotische Episode (EPE) doormaakt vormt een uitdaging voor de persoon zelf en voor degenen die voor hem zorgen (naasten; verzorgers). De familie van de persoon met EPE kan een positieve of negatieve invloed op het herstelproces hebben. In deze Amerikaanse literatuurreview werd onderzoek geanalyseerd naar de ervaringen en de behoeftes van de naasten van een persoon met EPE en de interventies die voor hen ontwikkeld zijn. De naasten zelf kunnen verdriet, schuld en angst in die periode ervaren. Terwijl ze betrokken zijn bij hun familielid met een EPE, kan hun eigen leven een terugslag krijgen die gevolgen heeft voor hun mentale en lichamelijke gezondheid. De naasten hebben in de eerste plaats behoefte aan informatie over de stoornis (psycho-educatie), maar willen ook meer betrokken worden bij de behandeling. Uit onderzoek blijkt dat als het gehele gezin bij de behandeling betrokken wordt er minder terugval is. Sommige families zijn beter voorbereid om met de psychose om te gaan: ze zijn warm, besluitvaardig, optimistisch en flexibel. Andere families hebben minder zelfvertrouwen, hebben een ontwijkende coping-stijl, zijn gericht op controle en kunnen moeilijk communiceren. Deze verzorgers kunnen veel hebben aan op hen gerichte (groeps)interventies: psycho-educatie, het aanleren van probleemoplossende strategieën, ontmoeting van gelijken in onderlinge steungroepen en contact onderhouden met de hulpverleners. De ervaren last, depressieve symptomen en gevoelens van schaamte en isolement blijken af te nemen als er veel contact is met de hulpverlening en met andere naasten van personen met een EPE. Veel variabelen bepalen of een interventie succes heeft of niet o.a. de leiderschapskwaliteiten van de leider van de groepsinterventies.
Dillinger RL, Kersun JM. (2019). Caring for caregivers: Understanding and meeting their needs in coping with first episode psychosis. Early Interv Psychiatry. 2019 Aug 27.