Kenniscentrum Phrenos website

In Zweden blijken GGZ-hulpverleners dezelfde vooroordelen te hebben als algemene bevolking en psychiatrische patiënten

In Zweden blijken GGZ-hulpverleners dezelfde vooroordelen als de algemene bevolking (en psychiatrische patiënten zelf) ten opzichte van psychiatrische patiënten te hebben

Uit literatuuronderzoek is naar voren gekomen dat de houding van GGZ-hulpverleners ten opzichte van personen met een psychische stoornis niet verschilt van die van het algemene publiek. Dit kan invloed hebben op de wijze waarop cliënten bejegend worden. In deze Zweedse studie werd onderzocht in hoeverre GGZ-hulpverleners (N=140) én GGZ-cliënten (N=141) negatieve en discriminatoire houdingen hebben ten opzichte van personen met een psychische stoornis. De data werden verzameld met behulp van de Perceived Devaluation-Discrimination Questionnaire (PDDQ) waarbij de respondenten gevraagd wordt in hoeverre ze het eens zijn -op een schaal van vier- met 12 uitspraken over psychiatrische patiënten, zoals b.v.:“de meeste werkgevers zullen een ex-psychiatrische patiënt aannemen als hij/zij voor de baan gekwalificeerd is”. Het blijkt dat de meerderheid van beide groepen een negatieve houding ten opzichte van de doelgroep heeft. Slechts op sommige items wordt er verschillend gescoord: significant meer cliënten vinden een ziekenhuisopname een teken van persoonlijk falen. Binnen de groep GGZ-hulpverleners zijn er subgroepen: jongere GGZ-hulpverleners hebben meer vooroordelen dan ouderen; GGz-hulpverleners die in de intramurale setting werken hebben een negatievere houding dan degenen die in de ambulante zorg zitten.
Hansson L, Jormfeldt H, Svedberg P & Svensson B. (2013). Mental health professionals’ attitudes towards people with mental illness: do they differ from attitudes held by people with mental illness? International Journal of Social Psychiatry 59 (1), 48-54.

Back To Top