Bij personen met chronische schizofrenie is de sociale cognitie –die o.a. bestaat uit affectieve perceptie, perceptie van sociale hints, empathie, attributiestijl en theory of mind- ernstig beschadigd. Voor een deel hangt sociale cognitie samen met het neurocognitieve functioneren. In deze Amerikaanse RCT (N=59; personen met chronische schizofrenie; voor 95% intramuraal) werd van twee interventies vergeleken in hoeverre ze de emotionele perceptie doen toenemen: 1. Cognitieve Remediatie training (CR) (N=27); 2. CR + Mind Reading: An Interactive Guide to Emotions training (MRIGE) (N=32). MRIGE is speciaal voor autisten ontwikkeld om gezichts- en emotionele herkenning te verbeteren. Beide trainingen duurden 12 weken. De primaire effectmaten waren de Facial Emotion Identification Task (FEIT) en de Facial Emotion Discrimination Task (FEDT). Daarnaast werden op baseline en na 12 weken afgenomen: de MATRICS Consensus Cognitive Battery (MCCB), de Personal and Social Performance Scale (PSP) en de Positive and Negative Syndrome Scale (PANSS). Het bleek dat de CR+MRIGE groep significant hoger scoorde dan de CR-alleen groep –toegepast werd het General Linear Mixed Model-, zowel op de FEIT (Z = 1.89 vs. Z = 0.57) als op de FEDT (Z= 1.90 vs. Z = 0.67). De CR+MRIGE groep liet niet alleen significante verbeteringen zien op emotionele identificatie en discriminatie taken, maar had ook significant grotere neurocognitieve verbeteringen op dimensies als processnelheid, aandacht en werkgeheugen dan de groep die alleen CR had gekregen. Ook het sociale functioneren van de CR+MRIGE groep ging meer vooruit dan bij de CR-alleen groep. De auteurs concluderen: neurocognitieve vaardigheid is misschien een noodzakelijke maar zeker niet voldoende voorwaarde voor sociaal-cognitieve vaardigheid.
Lindenmayer JP, McGurk SR, Khan A, Kaushik S, Thanju A, Hoffman L, Valdez G, Wance D & Herrmann E (2013). Improving Social Cognition in Schizophrenia: A Pilot Intervention Combining Computerized Social Cognition Training With Cognitive Remediation. Schizophrenia Bulletin 39 (3), 507-517.