Kenniscentrum Phrenos website

Interview: “Elke dag bewust kiezen voor mensenrechten”

Op 10 december is het de Dag van de Rechten van de Mens, een moment waarop wereldwijd wordt stilgestaan bij de rechten die ieder mens toekomen. In de ggz krijgt dat een bijzonder gewicht: juist als iemand in een kwetsbare positie zit en afhankelijk is van zorg, zijn die rechten niet enkel een abstract principe, maar een dagelijks kompas. Een dubbelinterview met Helga Saez, psychiater en geneesheer-directeur bij Reinier van Arkel, en Annet Swart, patiëntenvertrouwenspersoon bij Stichting PVP en werkzaam op locatie bij GGZ Oost-Brabant.

Een gesprek over het belang van rechtsbescherming, samenwerking, taal, menselijke maat en de voortdurende opdracht om zorgvuldig te blijven in een complexe praktijk.

Annet Swart, Patiëntenvertrouwenspersoon GGZ Oost-Brabant

Annet Swart werkt inmiddels ruim tweeënhalf jaar als patiëntenvertrouwenspersoon (pvp). Samen met ongeveer 60 collega-pvp’en, allen in dienst van Stichting PVP, voert zij haar werkzaamheden uit zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Daarvoor was ze actief in de dak- en thuislozenzorg. “Dat was ook prachtig werk, heel dicht bij mensen”, vertelt ze. “In mijn huidige rol als patiëntenvertrouwenspersoon zet ik me in voor de rechtsbescherming van mensen die met verplichte ggz zorg te maken hebben en kan ik cliënten juridisch ondersteunen, klachten helpen verhelderen en tegelijk de organisatie van binnenuit begrijpen.” Wat ze bijzonder waardeert, is dat het werk haar door alle lagen van de ggz leidt. “Je spreekt letterlijk iedereen: behandelaren, begeleiders, managers, huishoudelijke dienst, de raad van bestuur. Je wandelt door de organisatie en ziet daardoor hoe verschillende perspectieven elkaar raken.”

Onafhankelijk kijken

Helga Saez, psychiater en geneesheer-directeur Reinier van Arkel

Helga Saez herkent die brede blik. Zij werkt al 25 jaar als psychiater en vervult sinds 2018 de rol van geneesheer-directeur (GD). “Ik heb mijn hele loopbaan hier opgebouwd. Wat mij altijd heeft aangesproken, is dat ik in deze functie geen afdelingsbelang heb. Ik moet onafhankelijk kijken, knelpunten signaleren en meedenken over hoe we zorg en rechtsbescherming goed organiseren.” Ze formuleert het met een glimlach maar is duidelijk: “Onze cliënten zijn mijn ultieme werkgever. Dat besef houdt me scherp.”

Vrijheid is niet vanzelfsprekend

Wanneer het gaat over de positie van cliënten, vertelt Helga iets persoonlijks. Ze groeide op in Chili, tijdens de dictatuur. “Ik weet hoe het voelt als mensenrechten in één klap verdwijnen. Je wordt tot nul gereduceerd, je hebt geen stem meer.” Ze legt geen directe vergelijking met de Nederlandse ggz, maar het persoonlijke besef resoneert in haar werk. “Hier leven we in vrijheid, en dat is een groot goed. Maar cliënten die worden opgenomen, leven niet in dezelfde vrijheid. Hun autonomie wordt soms beperkt, en dat maakt onze zorgvuldigheid nóg belangrijker. Je moet je voortdurend afvragen: is wat we doen noodzakelijk? Is het proportioneel? Begrijpt iemand wat er gebeurt?”

Onze cliënten zijn mijn ultieme werkgever.

Rol patiëntenvertrouwenspersoon

Patiëntenvertrouwenspersonen hebben regelmatig contact met geneesheer-directeuren. Ze hebben een signalerende functie bij knelpunten in de uitvoering van verplichte zorg. In zulke situaties zoeken zij afstemming met de geneesheer-directeur. Ook vindt afstemming plaats wanneer cliënten een speciaal verzoek hebben, zoals het beëindigen van een zorgmachtiging of het opstellen van een eigen plan van aanpak. Annet: “We zijn er uiteraard voor cliënten die ons bellen, maar we zoeken ook actief contact. Even op de afdeling langsgaan, ons gezicht laten zien. Dat verlaagt de drempel.” Sommige instellingen geven automatisch de contactgegevens van de patiëntenvertrouwenspersoon door aan cliënten zodra er een zorgmachtiging in beeld komt. Dat is in lijn met de gedachte achter de Wvggz. “Dat helpt ontzettend”, zegt ze. “Juist vroeg in beeld zijn kan helpen om escalatie of dwang te voorkomen.”

Huisregels

Tijdens het gesprek komt het onderwerp huisregels regelmatig terug: praktische afspraken die in het dagelijks werk soms vanzelfsprekend lijken, maar wel degelijk raken aan autonomie en vrijheid. “Bij sommige instellingen geldt een algeheel rookverbod. Dat is al een extra beperking van iemands vrijheid. Stel dat je verplicht bent opgenomen en dan mag je ook niet meer roken? Of er wordt alleen bruin brood geserveerd. Waarom heb je niet de vrijheid om wit brood te eten, als je dat wilt?”, vertelt Annet.

Waarom heb je niet de vrijheid om wit brood te eten, als je dat wilt?

Binnen verschillende instellingen signaleren patiëntenvertrouwenspersonen ook dat er verplichte kamermomenten of rusttijden zijn, soms ontstaan om personeelstekort op te vangen. “Dat vinden wij als Stichting PVP te veel vrijheidsbeperking en ingaan tegen mensenrechten.” Annet ziet dat personeelstekorten het soms lastig maken om binnen die grenzen te blijven. “Het kan dan verleidelijk zijn om maatregelen te nemen die meer beheersend zijn, zoals rusttijden afdwingen of cliënten vragen langer op hun kamer te blijven. Dat voelt begrijpelijk als de werkdruk hoog is, maar het zijn wel inperkingen van rechten.” Helga nuanceert, maar benadrukt hetzelfde principe. “Teams willen goed zorgen. En natuurlijk kunnen situaties ingewikkeld zijn. Maar we moeten alert blijven op het risico dat uitzonderingen routines worden. Een personeelstekort mag nooit een reden worden om iemands vrijheid te beperken. Dat vraagt begeleiding van teams, ruimte voor reflectie en vooral: praten met elkaar.”

Mensenrechten in de ggz

Voor Kenniscentrum Phrenos is mensenrechten in de ggz een belangrijk thema. Daarom besteden we op 10 december, de dag van de rechten van de mens, hier aandacht aan. Dit interview laat zien hoe aandacht voor mensenrechten ook belangrijk is in de dagelijkse praktijk van de ggz. Bekijk ook het thema Mensenrechten en destigmatisering op de website van Phrenos. Contactpersoon: Laura Neijmeijer, themahouder mensenrechten en destigmatisering van Kenniscentrum Phrenos.

Beiden zien dat het gesprek over de Wet verplichte ggz in de praktijk vaak draait om verplichte zorg, terwijl de wet juist begint bij het principe van vrijwillige zorg. Helga: “De aandacht verschuift al snel naar wat er eventueel moet worden opgelegd. Maar eigenlijk zouden we eerst moeten kijken naar wat iemand wíl, wat haalbaar is, waar ruimte zit voor samenwerking.” Annet wijst erop dat een open gesprek over wensen en mogelijkheden veel kan veranderen. “Als je voorbij de angst komt en vraagt: ‘waar zou je ondersteuning bij willen?’, dan blijkt vrijwillige zorg soms ineens heel goed mogelijk.”

Begrijpelijke taal

Een ander terugkerend thema is de begrijpelijkheid van informatie. Veel brieven – zoals 8.9-brieven of aanzeggingen – zijn juridisch zorgvuldig, maar voor veel cliënten moeilijk te begrijpen. “Ik snap ze, maar ik ben ook getraind in dit soort taal”, zegt Annet. “Voor cliënten is het vaak nauwelijks te volgen.” Helga sluit zich daarbij aan. “Soms krijgt iemand brieven van verschillende afzenders, op een moment waarop iemand psychisch ontregeld is. Dat kan enorm belasten.” Ze pleit voor taal die eenvoudiger en toegankelijker is, en ziet dat als onderdeel van mensenrechten. “Begrijpen wat er met je gebeurt is essentieel voor regie.” Ook tijd speelt een rol: cliënten hebben twee weken om te reageren op het plan van aanpak. “Veel te kort”, zegt Annet. “Sommigen openen hun post niet, spreken de taal minder goed of zijn te verward.”

Menswaardigheid en bredere context

Tegelijk plaatsen beide professionals het mensenrechtenvraagstuk in een bredere context. De ggz is slechts één onderdeel van een groter geheel. “Eenzaamheid, armoede, sociale uitsluiting: dat zijn enorme risicofactoren voor psychische ontregeling”, zegt Helga. “Veel situaties die uiteindelijk leiden tot verplichte zorg ontstaan niet omdat iemand onbegrepen of verward gedrag vertoont, maar omdat iemand geen huis heeft, geen inkomen of geen veilige omgeving.” Voor mensen zonder verblijfsvergunning is de kwetsbaarheid nog groter: zij missen vaak elk vangnet. “Je kunt iemand goed behandelen”, zegt ze, “maar als iemand daarna weer op straat staat, houden we geen menswaardig systeem in stand. Mensenrechten beginnen niet bij opname, maar bij bestaanszekerheid.”

Veel situaties die uiteindelijk leiden tot verplichte zorg ontstaan omdat iemand geen huis heeft, geen inkomen of geen veilige omgeving.

Dat de druk op de ggz groot is, ontkent niemand. Zwaardere problematiek, personeelstekorten, en complexere situaties maken het werk uitdagend. Toch waarschuwen beiden voor het risico dat deze druk onbedoeld leidt tot normalisering van vrijheidsbeperking. Annet ziet het risico dat praktische beperkingen – bijvoorbeeld onvoldoende personeel om iemand naar buiten te begeleiden – soms worden vertaald naar minder bewegingsvrijheid. “Dat gebeurt vaak in situaties dat er geen andere opties lijken te zijn, maar het is niet hoe het hoort.” Helga benadrukt daarbij het belang van professioneel oordeelsvermogen. “De criteria voor verplichte zorg zijn helder. Maar als je als team onder hoge druk staat, is het extra belangrijk om bewust te blijven reflecteren.”

Mensenrechten hoge prioriteit

Continuïteit van zorg blijkt daarbij een sleutel. Wisselingen in behandelaren maken het lastig om vertrouwen op te bouwen, en vertrouwen is nodig om samen beslissingen te begrijpen en te dragen. “Als je steeds opnieuw moet beginnen, vraagt dat veel van cliënten”, zegt Annet. Helga ziet hetzelfde bij teams. “Wanneer collega’s elkaar goed kennen, ontstaat er een vanzelfsprekende helderheid: een blik, een woord, een gedeelde aanpak. Dat versterkt de kwaliteit van besluitvorming – en daarmee de proportionaliteit.”

Mensenrechten moet je elke dag bewust kiezen. Je moet tijd organiseren voor gesprekken, reflectie en uitleg.

Uiteindelijk komen Helga en Annet steeds terug bij hetzelfde: zorgvuldigheid is geen techniek, maar een houding. Helga zegt het zo: “Mensenrechten moet je elke dag bewust kiezen. Je moet tijd organiseren voor gesprekken, reflectie en uitleg. Dat klinkt misschien zwaar, maar het is juist wat ons werk betekenis geeft.” Annet vult aan: “Het zit niet alleen in grote beslissingen, maar in kleine dagelijkse keuzes: hoe je praat, hoeveel tijd je neemt, of je iemand serieus neemt. Daar begint het.”

Wat willen ze ggz-professionals en organisaties meegeven op de Dag van de Rechten van de Mens? “Dat mensenrechten niet losstaan van de praktijk”, zegt Annet. “Ze vormen de basis voor goede zorg, juist in complexe situaties.” Helga besluit: “We hoeven niet te denken dat het hier ‘automatisch goed geregeld’ is. Maar we kunnen elke dag weer laten zien dat we zorgvuldig, menselijk en professioneel blijven. Dat is ons werk.”

Interview door Chris Smissaert (hoofd onderzoek en strategie Phrenos) en Simone Wienk (projectmedewerker Phrenos)

Toolkit destigmatisering

Wil je binnen je organisatie het bewustzijn vergroten over vooroordelen over mensen met psychische problemen? In de toolkit destigmatisering vind je een verzameling van tools, trainingen en materialen die zijn ontwikkeld om aan de slag te gaan met destigmatisering. Bijvoorbeeld: de beslishulp CORAL, filmfragmenten Bij nader inzien, de podcastserie Blikopeners en werkvormen Beyond the Label. Bekijk Toolkit destigmatisering

X

Nieuwsbrief Phrenos

Wil je op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen, webinars en trainingen? Meld je aan voor de nieuwsbrief

Back To Top