Bij patiënten met ultrahoog risico (UHR) op psychose blijkt een specifieke behandeling van de subklinische psychose effectief
In deze Nederlandse RCT werden gedurende twee jaar op vier GGZ-locaties alle aanmelders (N=5705) gescreend met de Prodromal Questionaire (PQ). Degenen met subklinische psychotische symptomen werden vervolgens ondervraagd met de Comprehensive Assessment of At-Risk Mental State (CAARMS). Van de 302 patiënten die risico op psychose liepen werden er 98 at random toegewezen aan een groep met Cognitieve GedragsTherapie (CBT) + 6 maanden speciale aandacht voor cognitieve vertekeningen en psychoeducatie over o.a. dopamine gevoeligheid (CBTuhr), en 103 patiënten kwamen in de controle groep waar ze de gangbare CBT kregen. Er werd bij het begin, na 6, 12 en 18 maanden gemeten met de CAARMS, de Beck Depression Inventory (BDI), de Social Interaction Anxiety Scale (SIAS), de Manchester Short Assessment of Quality of Life (MANSA), de Social and Occupational Functioning Assessment (SOFAS) en de Personal Beliefs on Illness Questionnaire-Revised (PBIQ-R). Na 18 maanden hadden in de CBTuhr-groep 10 patiënten een psychose ontwikkeld, tegenover 22 in de controlegroep. Er moeten 9 personen met CBTuhr behandeld worden om één psychose te voorkomen (NNT = 9; BI: 4,7-89,9). Met de speciale CBTuhr interventie kan bij 50% van de personen met subklinische psychotische symptomen de ontwikkeling naar een volledige psychose voorkomen worden. Deze studie is onderdeel van de Dutch Early Detection and Intervention Evaluation (EDIE-NL).
Van der Gaag M, Nieman DH, Rietdijk J, Dragt S, Ising HK, Klaassen RMC, Koeter M, Cuijpers P, Wunderink L & Linszen DH. (2012). Cognitive Behavioral Therapy for Subjects at Ultrahigh Risk for Developing Psychosis: A Randomized Controlled Clinical Trial. Schizophrenia Bulletin first published online September 1, 2012.
Onder patiënten die zich bij de reguliere GGz aanmelden komt drie keer zoveel ultrahoog risico (UHR) op psychose voor dan bij patiënten die naar Vroege Psychose kliniek zijn verwezen
Er zijn betere wervingsstrategieën nodig om personen op te sporen met een ultrahoog risico (UHR) om een psychose te ontwikkelingen. In deze Nederlandse studie werd op twee verschillende soorten GGZ-intake-locaties bij patiënten over een periode van 18 maanden regelmatig de Comprehensive Assessment of At-Risk Mental State (CAARMS) afgenomen: locatie 1: screening van tweedelijns GGz-aanmeldingen in de regio Den Haag/Zoetermeer die ‘positief’ scoorden op de Prodromal Questionnaire (N=93; leeftijd: 18-35 jaar); locatie 2: alle patiënten die naar de Vroege Psychose kliniek van het AMC waren verwezen (= tertiaire GGZ) (N=40; leeftijd: 14-35 jaar). De primaire uitkomstmaat was de transitie naar psychose zoals gemeten met de CAARMS of beginnen met gebruik van antipsychotica. Het bleek dat bij de gescreenden (=locatie 1) UHR drie maal vaker komt dan bij de patiënten die verwezen werden naar de Vroege Psychose kliniek. De gescreenden waren ouder en vaker van het vrouwelijk geslacht. Zij scoorden ook significant hoger voor depressie, sociale angst en zij ontwikkelden ook significant vaker een psychose dan degenen die bij de Vroege Psychose kliniek behandeld werden (respectievelijk 22,5% versus 7,5%). Als hulpzoekenden in de algemene tweedelijns GGZ op de juiste wijze worden gescreend kan UHR voor psychose goed worden opgespoord, zonder veel vals-positieven. Deze studie is onderdeel van de Dutch Early Detection and Intervention Evaluation (EDIE-NL).
Rietdijk J, Klaassen R, Ising H, Dragt S, Nieman DH, Van de Kamp J, Cuijpers P, Linszen D & Van der Gaag M (2012). Detection of people at risk of developing a first psychosis: comparison of two recruitment strategies. Acta Psychiatrica Scandinavica, 126 (1), 21-30.