Kenniscentrum Phrenos website

Zelfrapportage-meetinstrumenten meten volgens de cliënten beter hun toestand dan andere meetinstrumenten

Om de effectiviteit van behandelingen te meten is het van belang dat er meetinstrumenten worden gebruikt die door GGZ-gebruikers gewaardeerd worden. In deze Britse studie kreeg een expert groep (n=25) van personen die òf een psychose òf een stemmingsstoornis hebben meegemaakt 24 veel gebruikte vragenlijsten (meetinstrumenten) ter beoordeling voorgelegd. Er kunnen vier methoden worden onderscheiden waarmee de data met de meetinstrumenten worden verzameld: zelfrapportage (b.v. Beck Depression Inventory); klinisch oordeel (b.v. Positive and Negative Symptoms Scale –PANSS); klinisch interview (b.v. Health of the Nation Outcome Scale –HoNOS); interview (b.v. World Health Organisation – Quality of Life (WHO-QoL). De meetinstrumenten werden op een schaal van 1 tot 10 beoordeeld. Daarnaast werden kwalitatieve data verzameld bij de expert groep. Over het algemeen vinden de leden van de expert groep dat de zelfrapportage-meetinstrumenten relevanter zijn en beter hun ervaring weergeven dan de lijsten die door derden worden ingevuld. Uitzondering hierop zijn de PANNS en de WHO-QoL die een 7.5 krijgen. De instrumenten die bijwerkingen van medicatie meten worden allen hoog gewaardeerd. Instrumenten die het sociale functioneren in kaart willen brengen worden als te normatief zwaar onvoldoende gewaardeerd. Veel gebruikte maten zoals de Global Assessment of Functioning en de European Quality of Life Scale krijgen ook een dikke onvoldoende.
Crawford MJ, Robotham D, Thana L, Patterson S, Weaver T, Barber R, Wykes T & Rose D (2011). Selecting outcome measures in mental health: the views of service users. Journal of Mental Health 20 (4), 336–346.

Back To Top