Uit de literatuur komt naar voren dat er in bepaalde culturen meer stigmatiserend met geestelijk gezondheidsproblemen wordt omgegaan dan in andere. Eén van de culturele dimensies waarop Hofstede culturen indeelt is ‘collectivisme’ tegenover ‘individualisme’. In deze Britse cross-sectionele survey werd de hypothese getest dat ‘individualistische’ culturen (Amerikanen (N=78) en blanke Britten (N=75)) minder stigmatiserende houdingen hebben ten opzichte van psychische problemen dan ‘collectivistische’ culturen (Grieken (N=77) en Chinezen (N=75)), allen wonend in de UK. De belangrijkste uitkomstmaten waren scores op de Community Attitudes to Mental Illness scale (CAMI) en de Vertical-Horizontal Individualism-Collectivism scale (VHIC). Voorbeelden van de VHIC waarden: horizontaal collectivisme: “als een collega een prijs wint voel ik me trots”; verticaal collectivisme: “ik doe wat mijn familie wil, ook al veracht ik die activiteit”; horizontaal individualisme: “men behoort zijn leven onafhankelijk van anderen te leven”; verticaal individualisme: “voor mij is het belangrijk dat ik mijn werk beter doe dan anderen”. Er bleken alleen maar significante correlaties op de individualisme-collectivisme schaal ten opzichte van de CAMI-uitkomsten te zijn voor de Amerikanen en de Chinezen. De Amerikanen hebben de minst stigmatiserende houding en hun cultuur kan als verticaal-individualistisch worden beschouwd. De Chinese cultuur blijkt de meest stigmatiserende houding te hebben en kan worden gekarakteriseerd als verticaal-collectivistisch. Culturele factoren zijn van invloed op de mate van stigma in een samenleving.
Papadopoulos C, Foster J & Caldwell K (2013). ‘Individualism-Collectivism’ as an Explanatory Device for Mental Illness Stigma.Community Mental Health Journal 49 (3), 270-280.