Dit is een deelstudie van een Australische survey naar stigmatiserende houdingen ten opzichte van personen met depressie, angststoornissen en psychose/schizofrenie. Er werd aan 3021 Australiërs van 15 tot 25 jaar één van de volgende vignetten voorgelegd waarin een stoornis wordt beschreven: depressie, depressie met suïcidale gedachten, depressie met alcoholmisbruik, eerste psychose of schizofrenie, sociale fobie en PTSS. Aan de hand van zes uitspraken werden het persoonlijke stigma en het stigma dat door de respondent aan anderen wordt toegekend (perceived stigma) gemeten. Sociale afstand werd met vijf andere uitspraken in kaart gebracht. Over het algemeen konden de respondenten de uitspraak dat personen met het beschreven probleem onvoorspelbaar zijn het meest onderschrijven. Het vermijden van de beschreven personen (sociale afstand) werd het minst onderschreven. De stigma-scores voor perceived stigma waren veel hoger dan die voor het persoonlijke stigma: je denkt altijd dat anderen meer discrimineren dan jezelf. Opmerkelijk was wel dat de sociale afstandscores en de onvoorspelbaarheidscores tussen de verschillende stoornissen grote verschillen laten zien. Men vindt personen met psychose/schizofrenie het meest onvoorspelbaar.
Reavley NJ & Jorm AF (2011). Young people’s stigmatizing attitudes towards people with mental disorders: findings from an Australian national survey. Australian and New Zealand Journal of Psychiatry 45 (12), 1033–1039.