Velen die een eerste psychose meemaken hebben nauw contact met of leven nog samen met familieleden en krijgen vaak informele (=onbetaalde) zorg van hun verwanten. Deze zorgverleners worden mantelzorgers genoemd en bestaan grotendeels uit ouders, broers of zussen en romantische partners. Uit de literatuur komt naar voren dat de mantelzorgers vaak lijden aan stress, depressie of angst en sociaal geïsoleerd zijn. Dit zou kunnen leiden tot burn-out. Burn-out wordt in drie domeinen (schalen) gemeten: emotionele uitputting; depersonalisatie en verminderde motivatie en tevredenheid. In deze Britse studie (n=169 mantelzorgers) werd in kaart gebracht hoe vaak mantelzorgers aan burn-out lijden en hoe een eventuele burn-out samenhangt met hun beoordeling van hun dagelijkse zorgervaring en welzijn. Bij alle mantelzorgers werden de volgende meetinstrumenten afgenomen: de Maslach Burnout Inventory-human services survey (MBI) (3 burn-out schalen), de The Experience of Caregiving Inventory (ECI), de Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS) en de Psychological General Wellbeing Index (PGWBI). De mantelzorgers in dit onderzoek waren meestal vrouw (67,7%) en een ouder van de cliënt met een EPE (85%). De meeste mantelzorgers leefden bij de cliënt waarvoor ze zorgden (86%). Voor alle drie de schalen werd bij de deelnemers een hoge burn-out vastgesteld: 58% leed aan emotionele uitputting; 31% had last van depersonalisatie en 43% was ontevreden over het eigen persoonlijke leven. Een hoge burn-out op alle drie de schalen samen werd vastgesteld bij 16% van de deelnemers. Er werd een significant verband gevonden tussen een hoge mate van burn-out enerzijds en ervaren zorglast, afgestompt affect en geringe mate van ervaren welzijn anderzijds.
Onwumere J, Sirykaite S, Schulz J, Man E, James G, Afsharzadegan R, Khan S, Harvey R, Souray J, Raune D. (2018). Understanding the experience of “burnout” in first-episode psychosis carers. Compr Psychiatry. 2018 May;83:19-24.