Kenniscentrum Phrenos website

Het zelf-stigma proces bij adolescenten die psychotrope medicatie gebruiken heeft andere indicatoren dan bij volwassenen

Stigma heeft betrekking op negatief sociaal gedrag, reacties en houdingen ten opzichte van mensen met een psychische stoornis. Zelf-stigma heeft betrekking op personen met een psychische stoornis die deze maatschappelijke vooroordelen internaliseren. Men gaat ervan uit dat personen die zichzelf stigmatiseren minder snel hulp zullen zoeken uit angst voor vooroordelen en discrimininatie. Bij volwassenen zijn de indicatoren van het zelf-stigma proces: van stereotypering, naar vooroordeel tot discriminatie. In deze kwalitatieve Amerikaanse studie (N=27) probeert men een model te ontwikkelen waarmee het zelf-stigma proces bij adolescenten (12 tot 17 jaar) die psychotrope medicatie gebruiken geconstrueerd kan worden. Het gaat om jongeren met stemmingsstoornissen en ADHD. Voor de semi-gestructeerde interviews werd de Teen Subjective Experience Medication Interview (TeenSEMI) gebruikt. Omdat zelf-stigmatiserende adolescenten voor andere ontwikkelingsvragen staan, blijken hun thema’s iets te verschillen met die van de volwassenen. De adolescenten ontwikkelen ook stereotype oordelen over zichzelf. Zij gaan zich anders dan hun leeftijdsgenoten voelen, en omdat in hun ontwikkelingsfase het erbij willen horen van groot belang is, pogen ze het feit dat ze medicatie slikken zo veel mogelijk te verbergen. Er zijn wel verschillen tusen blanken en Afro-Amerikanen.
Kranke DA, Floersch J, Kranke BO & Munson MR (2011). A Qualitative Investigation of Self-Stigma Among Adolescents Taking Psychiatric Medication. Psychiatric Services 62 (8), 893-899.

Back To Top