De ervaring van een psychotische episode kan traumatisch zijn. Volgens de DSM-5 is een traumatische gebeurtenis: bloot staan aan daadwerkelijke dood of doodsbedreiging, ernstige verwonding of seksueel geweld. Officieel is dat een voorwaarde om de diagnose PTTS te krijgen, maar de subjectieve impact van een psychose kan wel PTTS-symptomen genereren, zoals herbeleving van trauma, vermijden van stimuli die met trauma samenhangen en verhoogde prikkelbaarheid. PTTS-symptomen worden nog niet standaard bij alle personen met EPE gemeten. Deze Canadese systematische review (n=13 studies) wil een schatting maken van de prevalentie van PTTS-symptomen na een EPE. Ook werd gekeken naar risicofactoren voor PTTS-symptomen. Er werden alleen kwantitatieve studies meegenomen waarbij de PTTS-symptomen gemeten waren in verband met een psychose. Op de data werd een random effects meta-analyse uitgevoerd. Er werden 13 studies geïncludeerd, 10 waarin PTTS-symptomen werden gemeten en/of 5 waarin PTTS diagnoses werden vastgesteld. De gepoolde prevalentie van klinisch relevante PTTS-symptomen was 42% (95%BI= 30%-55%) en de gepoolde prevalentie van de diagnose PTTS (volgens DSM of ICD) was 30% (95%BI= 21%-40%). De follow-up periode waarin PTTS-symptomen werden gemeten was tussen de 2 en 2,5 jaar na aanvang van de behandeling voor een EPE. De prevalenties waren hoger bij personen die een affectieve psychose hadden en bij intramurale patiënten. De belangrijkste risicofactoren voor PTTS-symptomen zijn depressie en angst. Omdat het allemaal cross-sectionele studies betreft kan niet worden uitgesloten dat de PTTS-symptomen al voor de EPE aanwezig waren. Over het algemeen wordt PTTS bij personen met EPE (nog) niet apart behandeld.
Rodrigues R, Anderson KK.(2017). The traumatic experience of first-episode psychosis: A systematic review and meta-analysis. Schizophr Res. 2017 Nov;189:27-36.