Looptijd: 2023-2026
Financiering: ZonMw
BE-grip is het landelijk begeleidings- en evaluatietraject van het Actieprogramma Grip op Onbegrip van ZonMw. Het programma zet in op het creëren van sterke netwerken voor de aanpak van onbegrepen gedrag; voor mensen die (tijdelijk) de grip op hun leven kwijt zijn. Het programma bouwt voort op eerdere initiatieven en programma’s rondom onbegrepen gedrag. Opdrachtgevers van het Actieprogramma zijn de ministeries van VWS en JenV. Binnen het project BE-grip geeft een grote en diverse werkgroep vorm aan het begeleiden van netwerken uit het Actieprogramma en de evaluatie van het programma als geheel. Kenniscentrum Phrenos heeft hierin – samen met Erasmus School of Health Policy and Management (ESHPM) – een trekkende rol.
Actueel bij BE-gripBE-grip sloot in de zomer van 2024 het eerste jaar van het project positief af! Het eerste jaar stond in het teken van aansluiten bij de uitdagingen van het huidige veld en het starten van de begeleidingsactiviteiten.
|
Een terugblik: de aanleiding voor BE-grip
Het realiseren van een passende aanpak voor mensen met onbegrepen gedrag staat sinds 2016 hoog op de politieke agenda. Aanleiding hiertoe was een aantal ernstige geweldsincidenten waarbij ‘verwarde personen’ betrokken waren. Sindsdien verstrekte de overheid verschillende opdrachten om tot een passende aanpak te komen (Onderzoeksrapporten – grip op onbegrepen gedrag| ZonMw). De taal en opzet van deze opdrachten is in de loop van de jaren sterk veranderd. Van ‘verwarde personen’ naar ‘onbegrepen gedrag’ en van een ‘sluitende lokale aanpak’ naar het ‘hanteerbaar maken’ van vraagstukken. Dit zijn belangrijke veranderingen die tekenend zijn voor het onderwerp en de opgedane kennis over de jaren. Mensen die (tijdelijk) de grip op hun leven kwijtraken of zijn, leven veelal in ingewikkelde omstandigheden en/of hebben te maken met complexe problemen op meerdere levensgebieden. Passende zorg en ondersteuning bieden vraagt daarom om het erkennen van de complexiteit, maatwerk, domeinoverstijgende samenwerking en het creëren van een omgeving waarin leren en verbeteren centraal staat. BE-grip werkt vanuit deze inzichten.
Het doel van BE-grip
BE-grip heeft als doel de netwerken op het gebied van onbegrepen gedrag binnen het Actieprogramma te ondersteunen in hun leer- en verbeterprocessen. Deze ondersteuning vindt plaats op en tussen netwerken op casus, regionaal, regio-overstijgend en landelijk niveau. Monitoring en evaluatie gebeurt tijdens alle begeleidingsactiviteiten zodat overkoepelende inzichten direct worden verwerkt in de begeleiding. BE-grip wil op deze manier bijdragen aan het ontwikkelen van een omgeving waarin continu leren en verbeteren centraal staat.
De aanpak van BE-grip
In de aanpak van BE-grip vinden begeleiding en evaluatie tegelijk plaats. Het monitoren en evalueren gebeurt via observaties en (informele) interviews bij alle BE-grip activiteiten. De begeleiding bestaat uit de volgende onderdelen:
- Regio-overstijgende begeleiding
Deze vorm van begeleiding bestaat uit 7 workshops en 2 reflectiebijeenkomsten en een afsluitende bijeenkomst. Aan de bijeenkomsten nemen projectleiders van regionale netwerken uit het Actieprogramma deel. De workshops gaan over een aantal gedeelde uitdagingen van de regionale netwerken. Voorbeelden zijn uitdagingen rondom positieve impact, aansluiten bij de leefwereld en omgaan met schaarste. - Regionale begeleiding
Een aantal regionale netwerken uit het Actieprogramma ontvangt aanvullende begeleiding op maat. Begeleiding bestaat bijvoorbeeld uit het organiseren van EffectenArena’s (Verwey-Jonker Instituut) en ondersteuning bij overstijgend leren van casuïstiek (Centrum voor Consultatie en Expertise). - Landelijk leren
BE-grip draagt op verschillende manieren bij het versterken van het onderlinge leerproces tussen landelijk en regionaal niveau. Zo deelt BE-grip belangrijke signalen en systeembelemmeringen uit de evaluatie met partijen die hiervoor landelijk aan zet zijn. Dit gebeurt via structurele en incidentele agendering bij bestaande overleggen, en via de periodieke overleggen met de kennis- en koepelorganisaties uit de brede werkgroep. Daarnaast werkt BE-grip aan de ontwikkeling van een ondersteunend digitaal platform.
Samenwerking binnen BE-grip
Om de doelen van het project te behalen, vormde BE-grip een brede werkgroep. Kenniscentrum Phrenos en ESHPM zijn hiervan de trekkers. Aan de werkgroep nemen ook MIND, Verwey-Jonker, CCE, de Nederlandse ggz, VNG, Valente, Movisie, Trimbos-instituut, CCV en IVO/Platform 31 deel.
De verdeling van de taken en verantwoordelijkheden in de werkgroep is als volgt:
- Kenniscentrum Phrenos is de kartrekker voor het vormgeven en uitvoeren van de begeleiding van de netwerken op alle niveaus.
- ESHPM is verantwoordelijk voor de monitoring en evaluatie. Inzichten hieruit vormen input voor de begeleiding.
- Verwey-Jonker Instituut werkt aan de ontwikkeling en uitvoering van de regionale en regio-overstijgende begeleiding. Onder andere via de EffectenArena.
- CCE biedt aanvullende regionale begeleiding in regio’s rondom overstijgend leren van casuïstiek.
- MIND ondersteunt zowel in de ontwikkeling als de uitvoering van de begeleiding. De focus van MIND binnen het project als geheel is het centraal blijven stellen van de mensen om wie het gaat en hun naast en hun naasten. Ook levert MIND expertise rondom de inzet van/samenwerking met ervaringsdeskundigen in netwerken.
- Trimbos-instituut, de Nederlandse ggz, IVO/platform 31, Movisie, VNG, CCV en Valente werken mee aan de ontwikkeling van het digitale platform. Daarnaast geven zij mede-invulling aan de agendering van BE-grip bij relevante landelijke overlegtafels.
Contact
BE-grip beantwoordt graag je vragen. Neem hiervoor contact met ons op via be-grip@kcphrenos.nl