Skip to: Amerikaanse door consumers gerunde dienstverlenende organisaties (COSO’s) hebben een eigen plaats tussen de GGZ en de maatschappij in

Kenniscentrum Phrenos website

Amerikaanse door consumers gerunde dienstverlenende organisaties (COSO’s) hebben een eigen plaats tussen de GGZ en de maatschappij in

In 2005 waren er in de VS al meer dan 2000 Consumer-Operated Service Organizations (COSO’s): door de overheid erkende door (ex-) GGZ-cliënten/consumers gerunde organisaties die aan hun lotgenoten allerlei diensten bieden. In dit artikel wordt verslag gedaan van de resultaten van een enquête en interviews (gehouden in 2008-2009) onder 17 COSO’s in de VS waarbij gevraagd is naar hun organisatie, financiering, openingstijden en aangeboden diensten. Alle ondervraagde COSO’s zijn gecertificeerd door de GGZ-autoriteit in hun staat. Het bestuur bestaat altijd voor de meerheid uit ervaringsdeskundigen. Meer dan 80% van de ondervraagde COSO’s levert de volgende diensten: ondersteuning door ervaringsdeskundigen; sociale activiteiten; informatie en verwijzing; belangenbehartiging;bijscholing en training door ervaringsdeskundigen; activiteiten programma’s en wellness activiteiten. Bijna alle COSO’s ontvangen financiële ondersteuning van het locale GGZ-bestuur. De meeste COSO’s hebben een gezond financieel beheer. Er is wel verschil in de grootte van de jaarlijkse begrotingen: van 50.000 tot meer dan 1 miljoen dollar. De COSO’s met een hogere begroting hebben meer leden dan die met een kleinere begroting. The COSO’s werken veel samen met de andere actoren in de GZZ en ook met organisaties buiten de GGZ. De COSO’s willen zeker geen light versie van de Community Mental Health Centers zijn. Voor cliënten die in hun herstelproces zitten vormen de COSO’s een meer in de samenleving geïntegreerde dienstverlener waar ze ook direct bij betrokken kunnen zijn.
Tanenbaum SJ (2012). Consumer-Operated Service Organizations: Organizational Characteristics, Community Relationships, and the Potential for Citizenship Community Mental Health Journal 48 (4), 397-406.

Back To Top