Kenniscentrum Phrenos website

Feiten en cijfers

Panel Psychisch Gezien is een panel van en voor mensen met ernstige psychische problemen. Het panel bestaat uit ruim 1.500 leden die regelmatig informatie geven over hoe zij leven en hoe zij denken over verschillende thema’s.

  • Ongeveer een op de drie panelleden voelde zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd of achtergesteld vanwege hun psychische problemen.
  • Bij 45% van deze mensen gebeurde dit regelmatig tot zeer vaak. De leden voelden zich voornamelijk gediscrimineerd bij het maken van vrienden en bij het zoeken naar werk of op de werkvloer zelf.
  • Veel panelleden gaven aan zich te laten weerhouden om activiteiten te ondernemen vanwege de mogelijke reactie van anderen op hun psychische problemen. Denk aan solliciteren (25%) en het beginnen aan een opleiding of cursus (29%).
  • 42% voelde zich voornamelijk gehinderd om een nauwe persoonlijke relatie aan te gaan.
  • In de afgelopen 5 jaar is er nauwelijks iets veranderd in de mate waarin panelleden zich gediscrimineerd of achtergesteld voelen (Kroon e.a., 2019).

Kenniscentrum Phrenos participeert in de programmacommissie van het panel.

Internationaal

Twee grote internationale onderzoeken, INDIGO en ASPEN hebben psychiatrisch stigma (ervaren stigma en zelfstigma) en geanticipeerde discriminatie gemeten bij mensen met respectievelijk schizofrenie en depressie. Geanticipeerde discriminatie is discriminatie die mensen verwachten mee te gaan maken. Het INDIGO-onderzoek omvatte 28 landen, het ASPEN-onderzoek 35 (Thornicroft e.a., 2009; Lasalvia e.a., 2013). Kenniscentrum Phrenos werkte mee aan beide onderzoeken.

Samenvatting resultaten INDIGO (2009)

Dit onderzoek laat zien op welke gebieden mensen met schizofrenie de meeste nadelen ervaren:

  • 54%: relatie met familie
  • 48%: persoonlijke privacy
  • 46%: persoonlijke veiligheid
  • 44%: het krijgen en behouden van vrienden
  • 40%: nadeel van diagnose schizofrenie
  • 36%: relatie met buren
  • 38%: ‘anders’

Hoewel 85% van de respondenten geen baan heeft, worden ook bij opleiding en werk nadelen gerapporteerd. Ook in deze groep leidt zelfstigmatisering tot ontmoediging van deelname aan de maatschappij.

  • 68% voelt zich vanwege hun diagnose gehinderd om te solliciteren of een opleiding te volgen
  • 56% voelt zich gehinderd om een nauwe persoonlijke relatie te beginnen
  • 72% heeft moeite iets te doen dat zij belangrijk vinden
  • 66% voelt zich gedwongen hun diagnose (selectief) te verbergen
  • 58% wordt negatief bejegend door ggz-medewerkers
  • 62% wordt gemeden door mensen die van hun diagnose op de hoogte zijn
  • 80% is geen vriendschappen aangegaan buiten de ggz

 

Samenvatting resultaten ASPEN

Dit onderzoek onder mensen met depressie toont het volgende aan:

  • 79% ervaart discriminatie in ten minste één levensdomein
  • 37% heeft het zoeken naar een intieme persoonlijke relatie opgegeven
  • 25% is gestopt met solliciteren
  • 20% is gestopt met actief zoeken naar een opleiding of training

Verder laat het ASPEN-onderzoek het volgende zien: hoe ernstiger de depressie, hoe meer discriminatie de patiënten ervaren. Deze mensen zijn vaak opgenomen geweest, functioneren sociaal op een lager niveau, werken vrijwillig in plaats van betaald en zijn werkloos of werkzoekend. Hoe hoger de ervaren discriminatie, des te minder zijn zij bereid om open te zijn over hun ziekte.

De geanticipeerde discriminatie van de respondenten hangt niet samen met daadwerkelijk ervaren discriminatie: bijna de helft van de deelnemers die discriminatie op het werk of in hun persoonlijke relaties verwachtten, hebben geen daadwerkelijke discriminatie ondervonden. Dit bevestigt eens te meer de kracht van het psychiatrisch stigma en zijn onderhuidse werking.

 

Back To Top