Mensen met ernstige psychische aandoeningen ondervinden aanzienlijke beperkingen in hun dagelijks functioneren. Meestal duren die beperkingen langer dan de psychische symptomen in engere zin (bijv. hallucinaties of depressieve symptomen). Deze dagelijkse belemmeringen leiden wereldwijd tot een forse achterstand op vele levensgebieden, vooral in huisvesting, onderwijs, intieme relaties en arbeid (Corrigan e.a., 2008; Van der Meer & Van Weeghel, 2019). Wat zijn de feiten en wat laten de cijfers zien?
- In Nederland woont ruim de helft van de mensen met ernstig psychische aandoeningen alleen.
- Twee derde tot driekwart van hen heeft geen vaste partner. Ongeveer 10% is getrouwd; 20 tot 30% woont samen.
- Mensen met ernstig psychische aandoeningen hebben meestal een kleiner netwerk dan andere mensen. Zij kunnen minder rekenen op sociale steun.
- Ze zijn vaker dan andere Nederlanders dakloos, eenzaam of slachtoffer van misdrijven.
- Een derde van hen voelt zich gediscrimineerd.
- Het publieke stigma is in de afgelopen decennia niet afgenomen (Ten Have e.a., 2015).
- In westerse landen heeft 10 tot 20% een betaalde baan (OECD, 2012).
- Ongeveer de helft heeft geen structurele dagbesteding.
- Mensen met ernstig psychische aandoeningen hebben gemiddeld een lager inkomen dan andere burgers. In veel landen is dit een verschil meer dan een kwart (Levinson e.a., 2010).
- De laatste jaren zijn er geen echte verbeteringen te zien in de participatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen (Kroon e.a., 2019; Kortrijk e.a., 2019; Castelein e.a., 2017).
- De meeste mensen met ernstige psychische aandoeningen zouden meer contacten willen hebben, aan het werk willen of andere activiteiten willen ondernemen. Lees hierover meer bij het Kennisthema Participatie en Rehabilitatie.
- Bijna de helft geeft aan meer ondersteuning nodig te hebben om deel te nemen aan de samenleving. Dat is een terechte wens: het participatieniveau van mensen met ernstige psychische aandoeningen hangt direct samen met de steun die zij ontvangen (zie Panel Psychisch Gezien).
- Studies laten zien dat de levensverwachting van patiënten met ernstige psychische aandoeningen met 15 tot 25 jaar bekort wordt (Hjorthoi e.a. 2017). Naast onnatuurlijke vroege sterfte door suïcide en ongelukken, zijn cardiovasculaire aandoeningen (CVA) hiervan de belangrijkste oorzaak (Ruud e.a., 2020).
- Het langetermijnbeloop van ernstige psychische aandoeningen is variabeler en opener dan vroeger werd aangenomen. Op de langere termijn herstelt ruim de helft geheel of gedeeltelijk van de aandoening. Er ontstaan, soms decennia nadat de aandoening zich aandiende, weer kansen om een beter leven op te bouwen. ‘Goede zorg’ moet eraan bijdragen dat cliënten deze kansen op herstel en burgerschap daadwerkelijk kunnen gaan benutten.