Kenniscentrum Phrenos website

Workshops – Het Nationale Psychose Congres 14 november 2025

Op het 5e Nationale Psychose Congres (14 november 2025) vonden de onderstaande workshops plaats. Bekijk hier de presentaties. 

1. “Verbindende Gespreksvaardigheden (obv LEAP®)” voor ggz-medewerkers en ‘Naasten van…’ – door Evert Schlebaum (trainer en familielid, Ypsilon en de Dialoogfabriek)

In de praktijk blijkt dat de communicatie tussen ggz-medewerkers en familieleden van mensen met een kwetsbaarheid voor psychose niet altijd makkelijk is. Ook ‘Naasten van…’ ervaren dit en hebben vaak veel vragen hoe met ggz-medewerkers om te gaan. Dit blijkt uit de vele vragen van familieleden die belangenvereniging Ypsilon krijgt. De ervaring leert dat de LEAP® methode hierin een helpende rol kan spelen.

2. Persoonlijk herstel bij deelnemers van de HAMLETT-studie 2 jaar na een eerste psychose – door Bram Rosema (Onderzoeker bij NHL Stenden Leeuwarden) en/of Nynke Boonstra, (Hoogleraar Verplegingswetenschap in de ggz bij UMCU)

Als onderdeel van de HAMLETT-studie zijn 31 deelnemers 2 jaar na remissie van een eerste psychose geïnterviewd middels een semigestructureerd interview gebaseerd op het CHIME (Connectedness, Hope, Identity, Meaning, Empowerment) framework. Na kwalitatieve analyse kwamen verschillende thema’s aan bod.

Tijdens de workshop werd een presentatie gegeven van de belangrijkste resultaten en wat dit kan betekenen voor de klinische praktijk. Hierin werd specifiek ingegaan op persoonlijk herstel, en zin- en betekenisgeving, 2 jaar na een eerste psychose.

3. Contactherstel: Psychomotorische Therapie (PMT) voor mensen met psychotische klachten – Jasper Overeem en Channa van der Moolen (Psychomotorisch therapeuten, Amsterdam UMC, afdeling Vroege Psychose)

Mensen met psychotische klachten kunnen onder andere moeite hebben met het opmerken van lichamelijke (spannings)signalen, in beweging komen, sociale interacties en het beleven van plezier. Psychomotorische Therapie richt zich op het vergroten van het interoceptief vermogen, het reguleren van spanning, grenzen aanvoelen/bewaken, (bewegings)activatie en het bevorderen van samenwerking. Hierbij worden ervaringsgerichte oefeningen en sport en spel als middel ingezet. De ervaring van het doen is belangrijk en minder het praten en het cognitieve begrip.

De workshop had de vorm van een psychomotorische therapie sessie zoals die ook aan de mensen op de afdeling Vroege Psychose van het Amsterdam UMC wordt gegeven. Een interactieve workshop, met oefeningen uit de PMT gericht op spanningsregulatie, samenwerking en cognitief functioneren.

4. Get Healthy – door Dunja van der Velde (arts-onderzoeker, Amsterdam UMC) en Daphne Dielemans (AIOS, Parnassia groep Rotterdam Rijnmond, Amsterdam UMC)

Leefstijlinterventies bieden perspectief als aanvullende behandeling bij psychose. Niet alleen via lichamelijke gezondheidsvoordelen, maar ook door bijdrage aan psychisch herstel. Onder leefstijl valt verbetering van bijvoorbeeld slaap, beweging, middelengebruik, ontspanning en voeding. Uit eerder onderzoek bleek dat leefstijlinterventies effectief zijn in de behandeling van psychose.

Tijdens deze workshop werd gefocust op voeding via ketonen en stoppen met roken. Deze twee strategieën grijpen in op biologische processen, zoals ontstekingsreacties, die een rol spelen bij psychose. Mensen met psychose worden vaak metabole verstoringen gezien, die door stoppen met roken of alternatieve energiebronnen zoals ketonen verholpen kunnen worden. Er zijn toenemende aanwijzingen dat dieetinterventies, zoals het ketogeen dieet of ketonensuppletie, een rol kunnen spelen in het verbeteren van symptomen bij psychotische en bipolaire stoornissen. Bij het stoppen-met-roken – deel werd ingegaan op hoe een behandelaar het gesprek kan starten over stoppen met roken en hier een advies over geven?

In de discussie werden ervaringen gedeeld: is er binnen de psychiatrie ruimte voor dit soort metabole of voedingsgerichte interventies? Welke overwegingen spelen een rol bij het toepassen van dieetinterventies in de praktijk? Welke vormen van ondersteuning, samenwerking of bewijs zijn nodig om dit in te passen in de behandelpraktijk?

5. “Wie ben ik?! Een workshop over identiteit en eigenwaarde – door Mariken de Koning (Psychiater Mentrum Herstelondersteunende Vervolgklinieken en Senior onderzoeker afdeling Onderzoek Arkin) en Lisette van der Meer (hoofdonderzoeker bij Lentis en hoofddocent aan de afdeling Klinische en Ontwikkelingsneuropsychologie van de RUG)

Een psychose gaat vaak gepaard met verlies van identiteit en eigenwaarde. Je moet daarna jezelf weer opnieuw ontdekken en je eigenwaarde weer opbouwen. Maar hoe doe je dat? En doe je dat alleen of kan je daarbij hulp krijgen van naasten, andere cliënten of hulpverleners? Verschillende perspectieven kwamen aan bod: cliënt, naaste, hulpverlener en onderzoeker.

Onderzoek heeft aangetoond hoe interventies gericht op identiteit en het delen van verhalen mensen kunnen helpen de draad weer op te pakken. In deze workshop stonden twee onderzoeken centraal. Bij Lentis en de Rijksuniversiteit Groningen is onderzocht hoe we mensen in langdurig klinische afdelingen kunnen ondersteunen bij het weer (her)ontdekken van hun identiteit en ontwikkelden we een interventiespel ‘Dit Ben Ik’.

Bij Mentrum is onderzocht wat aandacht voor het levensverhaal kan bijdragen aan persoonlijk herstel voor cliënten met een ernstige psychische aandoening in de langdurige zorg. Zij ontwikkelden met elkaar de interventie ‘Een Gedeeld Verhaal’, en pasten die toe in drie woonlocaties waar cliënten klinisch dan wel beschermd wonend langdurig verblijven. Voor beide onderzoeksgroepen geldt dat zij mensen en hun ervaringsverhalen in een vroeg stadium en gedurende het hele proces betrekken bij het doen van onderzoek. En dat zie je terug in de ontwikkelde interventies.

In deze workshop een korte inleiding over het effect van een psychose op identiteit. Daarna was er een panelgesprek tussen een viertal deelnemers over identiteit en het herontdekken ervan vanuit het perspectief van het eigen verhaal. Vanuit cliëntperspectief Carola van Alphen (voorzitter Anoiksis), Alexander Middeljans (ervaringsdeskundige RGOc) en Marlieke de Jonge (stafmedewerker empowerment) en vanuit naastenperspectief schoof Karin Groen (vrijwilliger Ypsilon) aan. Mariken de Koning en Lisette van der Meer begeleidden het gesprek. Vervolgens gingen de deelnemers zelf aan de slag met de interventies Dit Ben Ik en Een Gedeeld Verhaal.

6. Assertieve zorg in de praktijk: op- en afschalen naar een passende (woon)plek: van ambulant tot intensief klinisch: hoe doen we het? – door drs. L. Tuip (psychiater, GGZ Friesland en GGZ NHN) en drs. R.A. Ramkisoen (psychiater, Yulius)

Cliënten met ernstige psychische aandoeningen (EPA) en een neiging tot het mijden van zorg stellen behandelaren en naasten met regelmaat voor dilemma’s. Grondrechten als recht op zorg en recht op autonomie kunnen botsen in de praktijk. De dilemma’s kunnen gaan over het aanvragen van een zorgmachtiging en het starten of staken van verplichte zorg. Deze dagelijkse afwegingen vinden plaats in een regionale behandelcultuur en -context, die kansen en beperkingen bieden en bijdragen aan welke koers wordt gevaren. Iedereen gunt zijn patiënt of naaste herstel, maar hoe ver ga je hierin?

In 2021 werd de GGZ Standaard Assertieve en Verplichte zorg gepubliceerd. De standaard beschrijft een visie op dergelijke zorg en geeft kaders voor samenwerking tussen patiënten, naasten en een scala aan professionals. De standaard benadrukt dat de complexe problematiek vraagt om intensieve begeleiding en samenwerking. Het stelt dat er een inspanning moet zijn om verplichte zorg te voorkomen, maar tegelijkertijd dat forse druk gerechtvaardigd kan zijn om dit te bereiken. Het geeft slechts in beperkte mate praktische handvaten.

Speerpunt van de NvVP subvereniging EPA is het onder de aandacht brengen van praktijkvariatie. Op basis van dezelfde richtlijnen en standaarden kunnen verschillende keuzes worden gemaakt. De variatie biedt een mogelijkheid om van elkaar te leren. Tijdens deze workshop werd de GGZ zorgstandaard Assertieve en verplichte zorg besproken. Aan de hand van casuïstiek werd ingegaan op praktijkvariatie en (eigen) dilemma’s. 

7. (Huis)CAT: Compenseren kun je leren – door MSc Tim van Brouwershaven (PhD student, Lentis cluster Langdurige Zorg & Wonen; Rijksuniversiteit Groningen, faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen) en dr. Lianne Sanders (senior onderzoeker, Lentis cluster Langdurige Zorg & Wonen; Universitair Medisch Centrum Groningen, Rob Giel Onderzoekscentrum)

Mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA) zoals schizofrenie of ontwikkelingsstoornissen hebben vaak last van cognitieve problemen, bijvoorbeeld problemen met executieve functies zoals plannen en organiseren. Hierdoor lukt het iemand bijvoorbeeld niet om zelfstandig te koken, boodschappen te doen of met openbaar vervoer te reizen.

Cognitieve Adaptatie Training (CAT) is een psychosociale interventie voor mensen met EPA die erop gericht is om cognitieve problemen te omzeilen. Dit wordt gedaan door het inzetten van compensatiestrategieën en gepersonaliseerde hulpmiddelen in de eigen leefomgeving. Hierdoor kunnen mensen met EPA hun doelen weer bereiken en zelfstandiger leven. Dit ondersteunt het herstel op meerdere levensgebieden. De interactieve website Huis-CAT is ontwikkeld om CAT toegankelijker te maken en is specifiek gericht op naasten. In deze workshop werd een korte inleiding gegeven over CAT en werd er geoefend in duo’s inclusief een rollenspel, en met het werken met de interactieve Huis-CAT website.

8. “Hoe dan? Hoe dan ook! Een workshop over hoe je barrières kunt doorbreken”  door Carola van Alphen – (voorzitter, Vereniging Anoiksis) en Mika de Vreede (Secretaris, Vereniging Anoiksis)

Na een psychose kun je jezelf kwijt zijn. Hoe bouw je dan je identiteit en eigenwaarde weer op? In deze workshop werd dat proces verkend, samen met cliënten, naasten, hulpverleners en onderzoekers. De bestuursleden van Anoiksis lieten zien  hoe aandacht voor het levensverhaal en identiteit kan bijdragen aan herstel. Met inzichten uit de praktijk én tools die samen met cliënten zijn ontwikkeld, bood deze workshop inspiratie en houvast voor iedereen die werkt aan persoonlijk herstel.

9. Samen leren bij een Vroege Psychose – Doe ’t maar?! – door Nynke Boonstra (Hoogleraar Nursing in Mental Health, UMC Utrecht & Lector Zorg & Innovatie in de Psychiatrie, NHL Stenden Hogeschool), dr. David van de Ven (onderzoeker Kenniscentrum Phrenos) en Dienke Boertien (Stafmedewerker Herstelondersteuning en Ervaringsdeskundigheid, Kenniscentrum Phrenos)

In deze workshop stond de nieuwe module Samen leren bij een vroege psychose van Kenniscentrum Phrenos centraal. De ervaringen van hulpverleners, cliënten en naasten met de nieuwe module werden besproken. Welke verschillen ervaren zij met de oude werkwijze, en wat vraagt dat van elk van de betrokken partijen? Wat hebben cliënten, naasten en hulpverleners moeten loslaten? Wat heeft de nieuwe werkwijze hen gebracht? Was de overgang naar de nieuwe werkwijze een kwestie van ‘Doe ’t maar!’ of kwam er meer bij kijken?

10. De Kunst van Wonen – doe het samen zelf cursus – door Marlieke de Jonge (stafmedewerker Empowerment en ervaringsdeskundige, Lentis en de Werkgroep Toegankelijk Groningen) en dr. Lisette van der Meer (hoofdonderzoeker bij Lentis en hoofddocent aan de afdeling Klinische en Ontwikkelingsneuropsychologie van de RUG) 

De cursus ‘De kunst van wonen’ is niet bedoeld om van mensen met een hobbelige wooncarrière modelburgers te maken. Juist niet! Iets meer ‘zicht op zelf’ en omgaan met anderen, het samen leuk hebben en leren van elkaar rond verantwoordelijk wonen, de ervaring van succes, ontdekken wat je kunt en wat je beter kunt uit besteden, is veel belangrijker. Het is daarom een cursus zonder leerboeken en vast programma. De deelnemers maakten het programma zelf op grond van hun leerpunten en interesses. De leerstijl is ‘doen, zelf en samen’.

11. Strategieën om weer beweging te krijgen in hoogcomplexe situaties in de GGZ  – Lia van der Ham (Senior onderzoeker, Kenniscentrum Phrenos) en Turjan Meijer (Actieonderzoeker, Kenniscentrum Phrenos)

Hoogcomplexe situaties in de ggz zijn situaties waarin cliënten, naasten en professionals vastlopen in de zorg, en herstel en participatie niet of moeilijk op gang komen. Denk aan langdurige zorgtrajecten waarin cliënten herhaaldelijk in crisis raken, samenwerking stroef verloopt, of systemen elkaar in de weg zitten.

In het onderzoek ‘Grip op hoogcomplexe situaties in de ggz’, geven we inzicht in welke elementen kunnen helpen om in zulke situaties weer beweging te creëren. Deze workshop sloot aan bij het thema “Doe ’t maar!” door de focus te leggen op herstelgerichte actie: wat helpt om – juist in moeilijke omstandigheden – ruimte te maken voor doen, ervaren, en (hernieuwde) verbinding?

12. Don’t stop me now! Maatschappelijke participatie via sport na psychose – door dr. Laura Steenhuis (Senior onderzoeker GGZ Drenthe) & M.A. Rachel Owen (PhD student,  Rijksuniversiteit Groningen)

Na een psychose weer meedoen in de maatschappij is vaak makkelijker gezegd dan gedaan. Tijdens deze workshop gingen we in gesprek over waarom dat zo is, welke rol sport en beweging kunnen spelen, en wat jij als professional kunt doen om daarbij te ondersteunen. De workshop was een combinatie van theorie met ervaringsgerichte oefeningen uit de psychomotorische therapie. Zo kregen de deelnemers niet alleen inzicht, maar ook gevoel bij wat iemand nodig kan hebben om weer in beweging te komen – letterlijk én figuurlijk.

13. Zinvolle daginvulling als onderdeel van herstel van psychose  – Leo van Mil (coördinator) en Guus Wulms (GZ-psycholoog), Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE)

Een zinvolle daginvulling is onmisbaar voor herstel. Zonder die structuur en betekenisvolle activiteiten zien we vaak dat cliënten vooral aan zichzelf worden overgelaten. Dat leidt niet zelden tot meer probleemgedrag, simpelweg omdat richting, zingeving en houvast ontbreken. Denk aan de kracht die activiteiten, educatie of werk kunnen geven. Dát verschil werd in deze sessie zichtbaar. De sprekers gingen samen met de groep in gesprek, aan de hand van prikkelende stellingen.

14. Hoe voldoende aandacht kunnen houden in de zorg en ondersteuning van mensen met psychotische stoornissen op alle levensgebieden – Lars de Winter (Senior onderzoeker, Kenniscentrum Phrenos)

Hoe houden we oog voor álle levensgebieden in de zorg voor mensen met een psychotische stoornis? In deze interactieve sessie deelt Lars de Winter de belangrijkste inzichten uit zijn proefschrift: over langdurige verbetering in symptomen, cognitie, maatschappelijk en persoonlijk herstel na psychose – en vooral de samenhang daartussen. Wat gaat er al goed? Waar zitten hiaten? En wat is er nodig voor een volgende stap in herstelondersteuning. Met praktische ideeën voor je dagelijkse werk.

X

Nieuwsbrief Phrenos

Wil je op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen, webinars en trainingen? Meld je aan voor de nieuwsbrief

Back To Top