De Impliciete-AssociatieTest (IAT) is een cognitieve reactietaak uitgevoerd op een computer om de sterkte van associaties tussen begrippen te onderzoeken. De test wordt toegepast om onbewuste vooroordelen, of impliciete voorkeur ten aanzien van groeperingen in de maatschappij te meten. Het IAT-effect is het verschil in reactietijd tussen de series B en A. In deze Spaanse studie (n=102; studenten én mensen uit algemene bevolking) werd de IAT ingezet om impliciet stigma ten aanzien van psychische stoornissen te meten en die te vergelijken met expliciete stigma testen. Behalve de IAT, werden afgenomen: de Attribution Questionnaire-9 (AQ-9) (meet sociaal stigma) en de Social Distance Scale (SDS). Over het algemeen werden er geen verbanden gevonden tussen de expliciete tests en de IAT. Het bleek dat beide groepen duidelijk impliciete stigmatiserende houdingen ten opzichte van psychische stoornissen hadden. De studenten hadden lagere AQ-9 scores dan de algemene bevolking. Er werden duidelijke verbanden gevonden tussen het verlangen om mensen met psychische problemen op afstand te houden enerzijds en oudere leeftijd, tot de algemene bevolking horen en geen familielid hebben die een psychiatrische diagnose heeft anderzijds. Opmerkelijk was dat er een relatief groot impliciet stigma werd gevonden bij de mensen die een familielid met een psychische stoornis hadden. Deze groep scoorde wel laag op de SDS-schaal. Impliciete houdingen zijn moeilijker te veranderen dan expliciete. De IAT voegt echt wel wat toe aan het stigma onderzoek.
González-Sanguino C, Muñoz M, Castellanos MA, Pérez-Santos E, Orihuela-Villameriel T. (2018). Study of the relationship between implicit and explicit stigmas associated with mental illness. Psychiatry Res. Dec 31;272:663-668.