Ongeveer 1% van de wereldbevolking lijdt aan schizofrenie. Zeker de helft van deze groep ervaart negatieve discriminatie. Over het algemeen worden de volgende stereotypen aan patiënten met schizofrenie toegeschreven: gevaarlijk, agressief en onvoorspelbaar. In deze grote experimentele Duitse studie (n=2265) werd uitgezocht of het uitmaakt of bij beschrijvingen van symptomen al dan niet expliciet wordt genoemd dat het een beschrijving betreft van een persoon met schizofrenie (labelingtheorie). Aan de respondenten werd ad random één van de twee vignetten voorgelegd waarin op exact dezelfde wijze de symptomen van patiënt Hans werden beschreven behalve dat in één van de vignetten werd vermeld dat de symptomen wijzen op de diagnose schizofrenie. In de beschrijvingen werd de DSM-5 gevolgd, behalve dat hallucinaties of wanen niet werden genoemd, omdat deze symptomen direct met schizofrenie geassocieerd worden. Na lezing kreeg iedere respondent een sociale perceptie meting voorgelegd: ‘Hans’ moest gescoord worden op –in totaal 15- adjectieven als agressief, gevaarlijk, geloofwaardig e.d. In hoeverre ‘Hans’ als gelijkwaardig mens werd gezien werd getest door de respondenten zowel ‘Hans’ als zichzelf op 7 primaire en 7 secundaire emoties te laten scoren. Ook werd de Mental Illness Stigma Scale, toegepast op ‘Hans’, afgenomen. Het bleek dat de groep waarbij het label schizofrenie was genoemd (in vergelijking met de niet-labeling groep) ‘Hans’ agressiever en minder betrouwbaar vond, dat men meer angst voor hem had en dat aan hem meer agressie-gerelateerde emoties werden toegedicht. De effectgroottes waren bescheiden maar wel echt en betrouwbaar.
Imhoff R. (2015). Zeroing in on the Effect of the Schizophrenia Label on Stigmatizing Attitudes: A Large-scale Study. Schizophr Bull, 42(2), 456-63.