Kenniscentrum Phrenos website

Sociale media kunnen goed worden ingezet bij antistigma-campagnes

Sociale media zijn een onderdeel van de massamediale communicatiekanalen. Ze zijn interactief en meer op het individu gericht. De sociale media kunnen worden ingezet in het kader van sociale beïnvloeding. Het grote Engelse antistigma programma Time-To-Change (TTC;2009-2014) ging vergezeld van een sociale marketing campagne (SMC) waarbij de traditionele massamediale kanalen, sociale media en sociale contact gebeurtenissen werden ingezet. In deze Engelse evaluatie wordt verslag gedaan van de impact van de SMC tijdens de TTC (SMC-TTC) op kennis, houding en gedrag ten aanzien van mensen met een psychisch probleem. De SMC was gericht op de groep met middeninkomens tussen de 25 en 45 jaar. De sociale marketingactiviteiten had tussen 2009 en 2014 elf korte intense periodes (‘bursts’) waarin via alle media boodschappen werden verspreid. Per ‘burst’ werden er ongeveer 1000 deelnemers via een online panel geworven bij wie vóór en na de ‘burst’ de volgende meetinstrumenten online werden afgenomen (n totaal=10.526): Mental Health Knowledge Schedule (MAKS), Community Attitudes toward the Mentally Ill Scale (CAMI), Reported and Intended Behaviour Scale (RIBS). Of men op de hoogte van de campagne was, werd middels één vraag vastgesteld. Het bleek dat na elke burst er meer personen zich bewust waren van de TTC en dat het totaal na elke burst toenam. De data werden met multivariate lineaire en logistische regressie modellen geanalyseerd. Bewust zijn van de SMC werd geassocieerd met hogere scores op de MAKS (OR=0.95, BI=0.68-1.21), de subschaal ‘tolerantie en ondersteuning van de CAMI (OR=0.12, BI=0.09-0.16) en de RIBS (OR=0.71, BI=0.51-0.92). Sociale media kunnen op bevolkingsniveau positief worden gebruikt bij antistigma-campagnes.
Sampogna G, Bakolis I, Evans-Lacko S, Robinson E, Thornicroft G, Henderson C. (2017). The impact of social marketing campaigns on reducing mental health stigma: Results from the 2009-2014 Time to Change programme. Eur Psychiatry. 40, 116-122.

Back To Top