Uit onderzoek komt naar voren dat verhoogd ziekte-inzicht bij personen met schizofrenie vaak samen gaat met depressie. In deze Amerikaanse studie werd de relatieve invloed onderzocht van drie factoren die voor een deel bepalen of ziekte-inzicht bij personen met schizofrenie (N=65) tot depressie leidt: zelfstigma, sociale cognitie en metacognitie. De volgende instrumenten werden afgenomen: Indiana Psychiatric Illness Interview (IPPI), de Metacognition Assessment Scale (MAS-A), de Scale to assess Unawareness of Mental Disorders (SUMD), de PANNS, de Internalized Stigma of Mental Illness Scale (ISMIS), de Hinting Task, de Bell-Lysaker Emotional Recognition Task (BLERT), de Toronto Alexithymia Scale (TAS-20), de Measurement and Treatment Research to Improve Cognition in Schizophrenia (MATRICS). Met behulp van cluster analyse konden er drie groepen onderscheiden worden: 1. Sterk ziekte-inzicht/Lichte depressie (N=22); 2. Redelijk ziekte-inzicht/Matige depressie (N=26); 3. Weinig ziekte-inzicht/Geen depressie (N=17). Groep 1 blijkt hoger te scoren voor metacognitie en voor emotie regulatie dan groep 2. Groep 2 heeft meer alexthymie (= moeite hebben met onderscheiden van emoties) dan de andere twee groepen. Groep 2 (redelijk inzicht/matige depressie) blijkt significant meer zelfstigma te hebben dan de andere twee groepen. Meer ziekte-inzicht leidt bij schizofrenie niet tot ernstige depressies als de persoon een hoge mate van sociale cognitie en metacognitie heeft.
Lysaker PH, Vohs J, Hasson-Ohayon I, Kukla M, Wierwille J & Dimaggio G (2013). Depression and insight in schizophrenia: Comparisons of levels of deficits in social cognition and metacognition and internalized stigma across three profiles. Schizophrenia Research 148 (1), 18-23.