Skip to: Personen met ernstige psychische problemen én een chronisch somatische aandoening ervaren veel obstakels voor het zelfmanagement van die aandoening

Kenniscentrum Phrenos website

Personen met ernstige psychische problemen én een chronisch somatische aandoening ervaren veel obstakels voor het zelfmanagement van die aandoening

Uit de literatuur komt naar voren dat personen met ernstige psychische problemen (EPA) het moeilijk vinden om op een goede manier met hun lichamelijke gezondheid om te gaan. Dat is een van de redenen waarom personen met EPA met een chronisch somatische aandoening (b.v. diabetes; hart-en vaatziektes) gemiddeld 15 tot 20 jaar korter leven. In deze Britse systematische review en kwalitatieve synthese (n=21 studies) werd onderzocht welke barrières, bevorderende factoren en strategieën voor de toepassing van zelfmanagement voor de lichamelijke gezondheid bij volwassenen met EPA (met en zonder chronische ziektes) in onderzoek is terug te vinden. Zelfmanagement werd gedefineerd als ‘alle acties die door mensen ondernomen worden om met hun eigen gezondheidszorg om te gaan, alleen of in samenwerking met anderen’. Er werden 74 relevante studies gevonden. Met behulp van de Data Richness Scale werden alleen erg relevante studies geselecteerd en meegenomen in de thematische synthese. Van de 21 studies gingen er maar 7 over het zelfmanagement van een specifieke somatische ziekte (naast de psychische stoornis), terwijl de rest zelfmanagement gedrag van personen met EPA in het algemeen onderzocht. Er werden zes hoofdthema’s met 24 subthema’s gevonden. 1. De zware last van het leven met een EPA vormt een barrière voor het toepassen van zelfmanagement. De symptomen van de psychische stoornis beïnvloeden de motivatie; er wordt vaak prioriteit aan de psychische stoornis gegeven. 2. Het leven met een comoride somatische aandoening maakt het extra moeilijk zelfmanagement toe te passen.De fysieke conditie beperkt soms de mogelijkheid fysieke activiteit te ondernemen. De verschillende medicijnen kunnen op elkaar inwerken. 3. Opvattingen, houding en kennis over wat relevant is voor een goede gezondheid en behandeling hebben invloed op het toepassen van zelfmanagement. 4. Ondersteuning door anderen heeft een positieve invloed op het toepassen van zelfmanagement. 5. Sociale en materiële omstandigheden hebben invloed op zelfmanagement. 6. Routines, structuur en planning kunnen zowel positief als negatief gezondheidsgedrag stimuleren.
Balogun-Katung A, Carswell C, Brown JVE, Coventry P, Ajjan R, Alderson S, Bellass S, Boehnke JR, Holt R, Jacobs R, Kellar I, Kitchen C, Lister J, Peckham E, Shiers D, Siddiqi N, Wright J, Young B, Taylor J; DIAMONDS research team (2021). Exploring the facilitators, barriers, and strategies for self-management in adults living with severe mental illness, with and without long-term conditions: A qualitative evidence synthesis. PLoS One. 2021 Oct 26;16(10):e0258937.

Back To Top