Kenniscentrum Phrenos website

Ook in de Nederlandse context is IPS effectiever dan andere vormen van arbeidsrehabilitatie

[Dit artikel is onderdeel van het themanummer over IPS.] Uit de EQOLISE studie (2007) kwam naar voren dat IPS in Nederland niet significant beter scoorde dan andere interventies. Dat zou kunnen komen door de hoge sociale uitkeringen (‘benefit trap’). In deze Nederlandse RCT (N=151 personen met EPA) werd op vier verschillende plaatsen (Eindhoven, Deventer, Groningen en Rotterdam) de uitkomst op regulier betaald werk vergeleken tussen de IPS-interventie en traditionele arbeidsrehabilitatie (TAR). De primaire uitkomstmaat was welk deel van de ingestroomde deelnemers na 30 maanden regulier betaald werk had (uitgedrukt in aantallen personen, aantal gewerkte dagen en aantal gewerkte uren). De secundaire uitkomstmaten waren kwaliteit van leven (gemeten met MANSA), gevoel van eigenwaarde (gemeten met Rosenberg Self Esteem scale) en de geestelijke gezondheid (gemeten met de Mental Health Inventory-5). Er werd gemeten op baseline, na 6, 18 en 30 maanden. Het bleek dat in die 30 maanden 44% van de IPS-deelnemers regulier betaald werk had gevonden tegenover 25% van de TAR-groep. Gemiddeld werkten de IPS-deelnemers significant meer uren dan de TAR-groep (442 vs. 237 uren). Hoewel er geen significante verschillen werden gevonden op de secundaire uitkomstmaten, bleken degenen die regulier betaald werk vonden in de loop van de tijd hoger te gaan scoren op de drie genoemde uitkomstmaten. Ook in Nederland met zijn beschermende sociaal-economische klimaat lijkt implementatie van IPS op grote schaal gerechtvaardigd.
Michon H, Van Busschbach JT, Stant AD, Van Vugt MD, Van Weeghel J & Kroon H (2014). Effectiveness of individual placement and support for people with severe mental illness in the Netherlands: A 30-month randomized controlled trial. Psychiatric Rehabilitation Journal, Vol 37(2), Jun 2014, 129-136

Back To Top