Kenniscentrum Phrenos website

Nederlandse ACT-cliënten zijn moeilijk te motiveren voor aanvullende evidence-based interventies

Zoals in veel richtlijnen voor de behandeling van schizofrenie wordt ook in de Nederlandse richtlijn aangeraden de volgende psychosociale interventies aan te bieden: psycho-educatie, familie interventies (zoals b.v. verstoorde relaties met familieleden herstellen), IPS en Cognitieve Gedragstherapie (CGT). In deze Nederlandse RCT (N totaal=159) werd onderzocht of de effectiviteit van Assertive Community Treatment (ACT) kon worden verbeterd door genoemde interventies actief aan te bieden (ACT Plus; N=74). De interventies werden verricht door psychologen en psychiatrisch verpleegkundigen, onafhankelijk van het ACT-team. De primaire uitkomstmaat voor beide groepen –ACT Plus en standaard ACT- was het gebruik van intramurale zorg over een periode van 2 jaar. Het belangrijkste resultaat van dit onderzoek was dat, hoewel de meeste ACT-cliënten geschikt werden geacht om aan een van de vier interventies deel te nemen (met een range van 65% tot 89%), slechts 12 van de 74 cliënten (16%) tot het einde toe een interventie of behandeling bleef volgen. Er was een drop out van 60%. Van de 74 ACT Plus cliënten was 41% geïnteresseerd of in staat om met een aangeboden interventie te beginnen. Het aantal cliënten dat aan een behandeling deel nam was te laag om een significante verbetering bij de ACT Plus cliënten ten opzichte van de standaard ACT cliënten vast te kunnen stellen. Deze groep cliënten is moeilijk te motiveren om te beginnen met een psychosociale interventie en nog moelijker te motiveren om de interventie af te maken. Daarnaast kan dat in dit geval mede te maken hebben met het feit dat de behandelaars niet in het ACT-team zaten en nog nooit dit type cliënten hadden behandeld.
Sytema S, Jörg F, Nieboer R & Wunderink L (2014). Adding Evidence-Based Interventions to Assertive Community Treatment: A Feasibility Study. Psychiatric Services 65 (5), 689-692.

Back To Top