Ggz-hulpverleners onderschrijven vaak dezelfde stereotypen over mensen met psychische stoornissen dan het algemene publiek, vaak zijn ze zelfs nog meer pessimistisch over de mogelijkheden van hun cliënten. Een stigmatiserende houding van de hulpverlener kan invloed hebben op het herstelproces van hun cliënten. De bestaande meetinstrumenten om stigma bij hulpverleners te meten (de Mental Illness Stigma Scale for Mental Health Professionals en de Mental Health Provider Stigma Inventory) zijn geheel vanuit de theorie en niet vanuit de beleefde ervaring van de cliënt opgezet. In dit Amerikaanse artikel worden de ontwikkeling en eerste psychometrische testen beschreven van de Mental Health Provider Self-Assessment of Stigma Scale (MHPSASS) die in eerste instantie is opgezet op basis van een etnografische analyse van de ervaringen van ggz-cliënten en hun familieleden. Om sociale wenselijke antwoorden zoveel mogelijk te voorkomen werd in de itemlijst gebruik gemaakt van ‘omfloerst’ taalgebruik waarbij de respondent zich niet aangevallen hoeft te voelen (forgiving language). In de eerste versie had de vragenlijst vijf thema’s (met in totaal 62 vragen): 1. Schuld en schaamte; 2. Desinteresse en/of irritatie; 3. Degradatie en/of ontmenselijking; 4. Slechte prognose en voeden van afhankelijkheid; 5. Dwang en gebrek aan ‘echte’ keuzes. Deze lijst werd bij 52 hulpverleners afgenomen. Na een factor analyse van die ingevulde vragenlijsten kwamen er vier factoren (thema’s) naar voren: a. Irritatie en ongeduld; b. Keuze en capaciteit; c. Trouw en afhankelijkheid; d. Depreciëren en depersonaliseren. De MHPSASS werd terug gebracht tot 20 items verdeeld over die vier factoren. De betrouwbaarheid van deze MHPSASS had een Cronbach’s alpha van 0.82 (= zeer goed). Ook de interne consistentie was goed.
Charles JL, Bentley KJ. (2017). Measuring Mental Health Provider-Based Stigma: Development and Initial Psychometric Testing of a Self-Assessment Instrument. Community Ment Health J. 2017 Apr 4.