In dit Amerikaanse cross-sectionele onderzoek werd aan alle ambulante GGZ-cliënten die in San Diego County in 2009 een GGZ-kliniek bezochten (n=4759) een stigma vragenlijst opgestuurd. Uiteindelijk konden 1237 personen in de analyse betrokken worden. Er werd gebruik gemaakt van de King Stigma Scale. Deze heeft 28 items en meet drie factoren: discriminatie, bekendmaken (van de stoornis) en verwerpen van positieve aspecten van de psychische stoornis. Het bleek dat de meeste respondenten (89,7%) discriminatie als gevolg van het hebben een psychische stoornis hadden ervaren. Uit de regressieanalyses kwam naar voren dat jongere mensen vaker dan ouderen en vrouwen vaker dan mannen stigma in verband met hun psychische stoornis hadden ervaren. Mannen onderschrijven minder dan vrouwen eventuele positieve aspecten die gepaard kunnen gaan met het omgaan met een psychische stoornis. Opmerkelijk was dat de personen met een stemmingsstoornis zich veel ongemakkelijker voelden met het bekendmaken dat ze een psychische stoornis hebben dan personen met schizofrenie. Daar staat tegenover dat personen met een stemmingsstoornis beduidend minder discriminatie hadden ervaren dan personen met schizofrenie. Personen met angsstoornissen ervoeren veel midner discriminatie dan personen met schizofrenie of een bipolaire stoornis. Anti-stigma programma’s zouden rekening moeten houden met al deze verschillen in ervaren stigma. Vooral jongeren en vrouwen zullen minder snel hulp zoeken als gevolg van die ervaren stigma. Sarkin A, Lale R, Sklar M, Center KC, Gilmer T, Fowler C, Heller R & Ojeda VD (2015). Stigma experienced by people using mental health services in San Diego County. Social psychiatry and psychiatric epidemiology 50(5), 747-56.