Kenniscentrum Phrenos website

GGz-hulpverleners rapporteren een groot verschil tussen hoe een behandeling er idealiter uitziet en het daadwerkelijke behandeltraject van hun cliënten

Voor het opstellen en uitvoeren van behandelplannen voor mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA) bestaan best practises richtlijnen. Maar worden deze ideale behandelplannen ook in een gewone zorgpraktijk uitgevoerd? In deze Amerikaanse kwalitatieve studie (N=12) werden ggz-hulpverleners (case managers; psychologen; verpleegkundigen; maatschappelijk werkers) die veel direct contact met cliënten hebben, ondervraagd over hoe de behandelingen in de praktijk verlopen. De data werden verzameld middels een participatieve dialoog waarin alle hulpverleners onder leiding van een moderator onderwerpen die samenhangen met het plannen van een behandeling met elkaar bespraken. Met behulp van een algemene inhoudsanalyse werden de belangrijkste thema’s opgespoord: 1. De behandeling. De hulpverleners omschrijven het ideale behandelproces als dynamisch en met veel onderlinge samenwerking en betrokkenheid van de cliënten. In de praktijk is het plannen een complex proces, waarbij slechts enkele senior hulpverleners betrokken zijn. Behandelplannen worden vaak niet gecommuniceerd aan andere hulpverleners en de cliënten. In de praktijk is er weinig samenwerking tussen de verschillende hulpverleners. 2. Het Ggz-systeem. Door gebrek aan middelen is een one-size-fits-all behandelmodel dominant. Het systeem met een nadruk op richtlijnen, regels en controles werd als een obstakel voor goede hulpverlening beschouwd. 3. Besluitvorming. De hulpverleners waren ambivalent over het betrekken van de cliënten bij besluiten over het behandelplan. Shared-decion-making werd door de hulpverleners niet goed begrepen. De cliënten werden vaak als niet-geïnteresseerd of ondeskundig beschouwd (paternalistische houding). 4. De ggz-professional. Alle deelnemers waren het er over eens dat een sterke therapeutische relatie belangrijk is voor een succesvolle behandeling. Ze willen ook regelmatig bijscholing. 5. De cliënten. Volgens de hulpverleners is aangeleerde hulpeloosheid een chronisch probleem bij de EPA-cliënten en niet te veranderen. Ze zien de cliënten als beperkt op de cognitief, communicatief en motivationeel gebied. De hulpverleners zien zichzelf meer als slachtoffer van het systeem, minder dat zijzelf ook bijdragen aan de instandhouding van het systeem.
Treichler EBH, Evans EA, Spaulding WD. (2021). Ideal and real treatment planning processes for people with serious mental illness in public mental health care. Psychol Serv. 2021 Feb;18(1):93-103.

Back To Top