Skip to: Gemeenschapsgevoel is voor personen in begeleid wonen-projecten deels van dezelfde factoren afhankelijk als voor anderen

Kenniscentrum Phrenos website

Gemeenschapsgevoel is voor personen in begeleid wonen-projecten deels van dezelfde factoren afhankelijk als voor anderen

Personen met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) wonen steeds vaker in een begeleide woonomgeving. Een belangrijk doel van begeleid wonen is integratie in de samenleving. Voor een deel kan dat worden uitgedrukt met de Sense of Community (SOC), het gemeenschapsgevoel. In deze Amerikaanse cross-sectionele studie (N=402) wordt de relatieve invloed van een zestal factoren op de SOC in kaart gebracht bij twee groepen EPA. Het gaat om algemene factoren zoals relaties met buren, veiligheid en tevredenheid met de buurt en EPA-specifieke factoren zoals psychiatrische diagnose, stigma van buurt ten opzichte van psychiatrische stoornissen en wijze van huisvesting. De SOC werd gemeten met de Brief Sense of Community Inventory (BSCI), algemene ervaringen met de buurt met de Housing Environment Survey (HES), Neighbor (HES-NBR) Scale en de Saftey (HES-S) Scale; unieke EPA-factoren met de Neighborhood Social Climate (HES-NSC) Scale. Er werden twee typen huisvesting onderscheiden: congregate (alleen EPA bij elkaar in één woning) en non-congregate. Het blijkt dat de beide soorten factoren significante invloed op het gemeenschapsgevoel bij de respondenten hebben, waarbij de algemene factoren het belangrijkst zijn. Verder hebben de EPA die samen wonen (congregate) een groter gemeenschapsgevoel dan de personen die zelfstandig wonen.
Townley G & Kloos B (2011). Examining the Psychological Sense of Community for Individuals with Serious Mental Illness Residing in Supported Housing Environments. Community Mental Health Journal 47 (4), 436-446

Back To Top