Ten aanzien van mensen met psychische problemen kan er onderscheid worden gemaakt tussen publiek stigma (stigmatisering vanuit de samenleving), zelfstigma (geïnternaliseerd stigma) en structureel stigma (stigma verankerd in de cultuur). Publiek en waargenomen stigma is een voorwaarde voor zelfstigma, maar niet iedereen met psychische problemen ontwikkelt zelfstigma. Dat kan met de copingstijl verband houden. In deze Engelse studie (n=122) werd onderzocht of er een verband is tussen de wijze waarop iemand als kind gehecht is (veilig of onveilig) en de ontwikkeling van zelfstigma. Er worden twee onveilige hechtingstypen onderscheiden: angstige en vermijdende hechtingsstijl. De deelnemers werden via advertenties en sociale media geworven. Ze moesten in de afgelopen 2 jaar persoonlijk ervaring met de ggz gehad hebben. De volgende meetinstrumenten werden afgenomen: de Internalized Stigma of Mental Illness scale-Brief version (ISMI-B), de Stig-9 (meet perceptie van publiek stigma), de Psychosis Attachment Measure (PAM), de Rosenberg Self-esteem Scale (RSES), de Internal State Scale (ISS), de Work and Social Adjustment Scale (WSAS). O.a. met behulp van multiple regressie en moderatie analyses werden associaties berekend. Het bleek dat 43% van de deelnemers hoog scoorde voor zelfstigma. Meer dan gemiddeld onder de bevolking hadden de deelnemers een angstige of vermijdende hechtingsstijl. Er werd een verband gevonden tussen zelfstigma en waargenomen publiek stigma. Echter: er werden geen significante associaties gevonden tussen een vermijdende hechtingsstijl en zelfstigma. Wel was er een sterk verband tussen angstige hechtingsstijl en zelfstigma. Er werd geen modererend effect van een onveilige hechtingsstijl op de relatie tussen waargenomen publiek stigma en zelfstigma gevonden.
Bradstreet S, Dodd A, Jones S. (2018). Internalised stigma in mental health: An investigation of the role of attachment style. Psychiatry Res. 2018 Mar 21. pii: S0165-1781(17)31567-6.