Skip to: Duits publiek gelooft steeds meer dat schizofrenie biologische oorzaken heeft, toch wil men meer afstand houden van mensen met schizofrenie

Kenniscentrum Phrenos website

Duits publiek gelooft steeds meer dat schizofrenie biologische oorzaken heeft, toch wil men meer afstand houden van mensen met schizofrenie

De afgelopen 20 jaar is er meer kennis gekomen over de biologische oorzaken van psychische stoornissen en is de psychiatrie flink veranderd. In Duitsland zijn er in 1990 (N=3067) en in 2011 (N=2951) bevolkingsonderzoeken gehouden om de houding van een representatieve steekproef van de bevolking ten opzichte van personen met psychische stoornissen in beeld te krijgen. Er werd met vignetten gewerkt waarin een persoon met òf schizofrenie, òf ernstige depressie òf alcoholafhankelijkheid werd afgebeeld. In de face-to-face interviews scoorden de respondenten op 1. Opvattingen over mogelijke oorzaak van het probleem; 2. Houding ten opzichte van de behandelingen die door de GGz worden aangeboden; 3. Welke soort hulpverlener men de beschreven persoon met een psychisch probleem zou aanraden; 4. Welke behandeling men de beschreven persoon zou aanraden; 5. Welke emotionele reactie men heeft op de beschreven persoon (prosociaal; angst; boosheid); 6. In hoeverre men sociale afstand wil houden ten opzichte van de beschreven persoon. Het blijkt dat de Duitsers meer geneigd zijn om het ontstaan van schizofrenie aan biologische oorzaken toe te schrijven, terwijl het omgekeerde geldt voor depressie en alcoholisme. De behandelingen die door de GGz-professionals worden aangeboden worden meer geaccepteerd. In 2011 vertoonden de respondenten meer angst ten opzichte van personen met schizofrenie en hadden ze een groter verlangen om sociale afstand van hen te houden dan in 1990. De houding ten opzichte van personen met depressie of alcoholisme was niet veranderd.
Angermeyer MC, Matschinger H & Schomerus G (2013). Attitudes towards psychiatric treatment and people with mental illness: changes over two decades. British Journal of Psychiatry 203 (2), 146-151.

Back To Top