Het concept zelf-stigma of perceived stigma (=geanticipeerde discriminatie) bestaat uit bewustzijn van stereotypen over de gestigmatiseerde groep, het met dat stereotype eens zijn en het vervolgens op zichzelf toepassen (“ik ben zwak en heb een psychische stoornis, dus ben ik verantwoordelijk voor mijn stoornis”). In deze Amerikaanse kritische literatuur review werden artikelen (N=14) verzameld en beoordeeld die de effecten van interventies om zelf-stigma bij personen met een psychische stoornis te verminderen tot onderwerp hebben. Van de artikelen die aan de inclusiecriteria voldeden rapporteren er 8 een significante verbetering ten aanzien van de zelf-stigma uitkomsten. De deelnemers hadden voornamelijk schizofrenie of depressie. Bij andere psychische stoornissen worden weinig zelf-stigma reductie interventies ingezet. De meest toegepaste interventies gebruikten psycho-educatie alleen of psycho-educatie in combinatie met cognitieve herstructurering. De meest toegepaste schaal om zelf-stigma te meten was de Perceived Devaluation and Discrimination Scale (PDD). De volgende twee benaderingen werden het meest gebruikt als doel van de interventies: 1. Interventies die pogen de stigmatiserende overtuigingen en houdingen van het individu te veranderen. 2. Interventies die gericht zijn op de copingvaardigheden om met zelf-stigma om te gaan; zij richten zich op het vergroten van gevoelens van zelfachting, empowerment en hulpzoek gedrag. De tweede strategie heeft de meeste aanhang bij stigma experts. Over het algemeen vinden de auteurs dat de zelf-stigma interventies een magere theoretische onderbouwing hebben.
Mittal D, Sullivan G, Chekuri L, Allee E, Corrigan PW (2012). Empirical Studies of Self-Stigma Reduction Strategies: A Critical Review of the Literature. Psychiatric Services 63 (10), 974-981.