Kenniscentrum Phrenos website

Binnen etnische groepen in Engeland bestaat er zowel een extern als een intern stigma ten opzichte van psychische stoornissen

Uit de Amerikaanse literatuur is bekend dat etnische minderheden zich gediscrimineerd en gestigmatiseerd voelen door de autoriteiten en de behandelende medici (‘extern stigma’). Deze Britse studie was er op gericht meer kennis te verwerven van de opvattingen over psychische stoornissen binnen de belangrijkste etnische groepen (allochtonen) in Engeland. Er werden 10 focusgroepen samengesteld (gemiddeld 10 leden per groep) met leden van de voornaamste (en andere) etnische groepen in Londen: Zuid-Aziaten, zwarte Afrikanen (inclusief Somaliërs) en zwarte Caribiërs. Vijf focusgroepen bestonden uit GGz-cliënten en vijf uit “leken”. Er werden vier verschillende benaderingen onderscheiden: 1. Kritiek op de eigen gemeenschap omdat die het traditionele geloof over psychische stoornissen en behandeling bleef aanhangen en niet het moderne biomedische verklaringsmodel (‘zelf-kritische’ stem); 2. Kritiek op het Westerse concept van psychische stoornissen, waarbij werd benadrukt dat Westerse behandelaars leden van etnische minderheidsgroepen ongelijk behandelen (‘extern stigma’) (‘medisch kritische’ stem). 3. Verdedigers van de traditionele etnische methodes (‘traditionele’ stem). 4. Personen die de biomedische benadering willen verzoenen met de traditionele opvattingen (‘geïntegreerde’ stem). In veel etnische groepen bestaat er een taboe op het benoemen van psychische stoornissen, die vaak niet als ziekten worden gezien (‘intern stigma’). De personen uit etnische groepen met psychische stoornissen staan bloot aan zowel een extern als een intern stigma. Daarmee moet bij antistigma campagnes rekening worden gehouden.
Shefer G, Rose D, Nellums L, Thornicroft G, Henderson C & Evans-Lacko S (2013). ‘Our community is the worst’: The influence of cultural beliefs on stigma, relationships with family and help-seeking in three ethnic communities in London. International Journal of Social Psychiatry 59 (6), 535-544.

Back To Top