Cognitieve Gedragstherapie (CBT) is gebaseerd op het generieke cognitieve model van psychopathologie. Centraal in dit model staat dat “vooringenomen” (biased) verwerking van informatieprocessen leidt tot de vicieuze cirkel van dysfunctioneel denken dat effecten heeft op stemming en gedrag, waardoor het dysfunctionele denken weer sterker wordt. Het Geïntegreerde Cognitieve Model (GCM) van stemmingswisselingen bij personen met een Bipolaire Stoornis (BS) gaat ervan uit dat het door de persoon extreem positief of negatief beoordelen van de stemmingsveranderingen grote invloed heeft op gedrag en stemmingsregulatie. De meetinstrumenten Hypomanic Interpretations Questionnaire (HIQ), Interpretations of Depression Questionnaire (IDQ) en Hypomanic Attitudes and Positive Predictions Inventory (HAPPI) pogen deze processen in kaart te brengen. Volgens het Self-Regulation Model (SRM) worden coping strategieën voor een groot deel bepaald door de zelfperceptie van de stoornis. De Brief Illness Perception Questionnaire (BIPQ) poogt dit bij BS te meten. In deze Britse cross-sectionele studie (n=87) werd onderzocht in hoeverre de duiding van stemmingservaringen bij personen met een BS het persoonlijk herstel beïnvloedt. Naast de al genoemde instrumenten werden afgenomen: de SCID interview Modules A (Mood Disorders) en B (Psychotic Symptoms), de Bipolar Recovery Questionnaire (BRQ), de Altman Self-Rating Mania Scale (ASRM) en de Center for Epidemiologic Studies–Depression (CES-D). De verbanden werden met multiple regressie analyses berekend. Het bleek dat hoe normaler de stemmingswisselingen werden beoordeeld, des te sterker het persoonlijke herstel. Extreme subjectieve beoordelingen van de gemoedsgesteldheid en negatieve zelfbeoordeling van depressieve stemming hadden een negatieve correlatie met herstel. Interventies die het eigen oordeel over stemmingswisselingen minder heftig maken bevorderen het herstel.
Dodd AL, Mezes B, Lobban F, Jones SH. (2017). Psychological mechanisms and the ups and downs of personal recovery in bipolar disorder. Br J Clin Psychol. Sep;56(3):310-328.