Kenniscentrum Phrenos website

Belangrijkste voorspeller voor gebruik van het Crisisplan is een positieve werkrelatie patiënt-behandelaar

In deze Nederlandse studie stond de vraag centraal welke factoren van invloed zijn op het volledig invullen van het Crisisplan en hoe vaak en in welke omstandigheden het Crisisplan daadwerkelijk gevolgd wordt. Een Crisisplan is een meerzijdige overeenkomst tussen de kaarthouder (een patiënt met een psychotische of bipolaire stoornis) en de voor haar/hem belangrijke personen die een rol spelen in de gemaakte afspraken (behandelaar, wettelijk vertegenwoordiger, partner, vriend etc.). Partijen verbinden zich aan de afspraken. Een Crisisplan is een schriftelijke wilsverklaring. In deze studie werden 139 ambulante patiënten 18 maanden gevolgd of er een crisis optrad en hoe die werd afgehandeld. De helft (N=70) had een Crisisplan samen met de behandelaar opgesteld (CCP), bij de andere helft (N=69) was het Crisisplan door bemiddeling van een vertrouwenspersoon in gang gezet. Bij de patiënten zijn de volgende meetinstrumenten afgenomen: Health of the Nation Outcome Scale (HoNOS), de Insight Sale, de Service Engagement scale en de Work Alliance Inventory. De uitkomstmaat voor het compleet maken van het Crisisplan was het overhandigen van de Crisiskaart aan de patiënt. Dat bleek bij 89 (=64%) van de deelnemers gebeurd te zijn. Van die 89 patiënten kregen er 38 (43%) een crisis binnen 18 maanden. Het Crisisplan werd in 13 (34%) gevallen door één van de partijen geraadpleegd. De belangrijkste determinanten voor het compleet maken van het Crisisplan zijn: vrouw zijn, werkloos zijn, een psychotische stoornis hebben, een lage opleiding hebben, een positieve werkrelatie tussen patiënt en behandelaar en een positieve verwachting over het Crisisplan van de behandelaar. Bij vrijwillige opnames werd het Crisisplan vaker geraadpleegd dan bij gedwongen opnames.
Ruchlewska A, Kamperman AM, Wierdsma AI, van der Gaag M, Mulder CL. (2016). Determinants of Completion and Use of Psychiatric Advance Statements in Mental Health Care in the Netherlands. Psychiatr Serv. 67(8), 858-63.

Back To Top