Skip to: Anti-stigma campagnes kunnen zich beter op individuele stoornissen gaan richten dan op psychische problemen in het algemeen

Kenniscentrum Phrenos website

Anti-stigma campagnes kunnen zich beter op individuele stoornissen gaan richten dan op psychische problemen in het algemeen

Voor personen met psychische stoornissen vormt stigma een groot probleem. Dit artikel is een verslag van een Australische survey (N=6019; 15+) naar stigmatiserende houdingen ten opzichte van personen met depressie, angststoornissen en schizofrenie. Aan de respondenten werd één van de volgende zes vignetten voorgelegd waarin een stoornis is beschreven: depressie, depressie met suïcidale gedachten, depressie met alcoholmisbruik, eerste psychose of schizofrenie, sociale fobie en PTSS. Het persoonlijke stigma, het stigma dat aan anderen wordt toegekend (perceived stigma) en de sociale afstand werden gemeten. Het meest opmerkelijke resultaat van deze survey is dat er grote verschillen worden gemeten tussen de scores van de zes verschillende vignetten. Verder zijn de persoonlijke stigma scores veel lager dan de perceived stigma scores (‘pluralistic ignorance’). De meeste discriminatie, sociale afstand en onvoorspelbaarheid wordt toegekend aan eerste psychose en schizofrenie, terwijl sociale fobie niet als een echte ziekte wordt beschouwd. De auteurs komen tot de conclusie dat anti-stigma campagnes voortaan beter op individuele stoornissen gericht kunnen worden in plaats van op psychische stoornissen in het algemeen.
Reavley NJ & Jorm AF (2011). Stigmatizing attitudes towards people with mental disorders: findings from an Australian National Survey of Mental Health Literacy and Stigma. Australian and New Zealand Journal of Psychiatry 45 (12), 1086–1093.

Back To Top