Bij de continuümbenadering van psychische problemen vervagen de grenzen tussen ‘normale’ individuen en mensen met een psychiatrische stoornis enigszins. Uit veel onderzoek komt naar voren dat mensen die de continuümbenadering onderschrijven over het algemeen minder stigma hebben. Bij mensen die in de categoriale benadering geloven, waarbij de persoon met een psychische stoornis als ‘anders’ wordt gezien, neemt het stigma meestal toe. De auteurs van dit Amerikaans onderzoek staan op het standpunt dat de interventies die tot nu toe de invloed van beide genoemde benaderingen op stigma hebben gemeten een aanzienlijke psychologische afstand ten opzichte van de persoon met de psychische stoornis in stand houden. In deze studie (n=135) namen drie groepen studenten deel aan óf een continuüminterventie óf een categoriale interventie óf een controle interventie. Alle drie de groepen kregen een gescript audio-interview plus een aangepast zogenaamd wetenschappelijk artikel te lezen helemaal in de trant van één van de benaderingen (of neutraal voor de controlegroep): ‘Ik verschil niet zoveel van jou’ versus ‘Ik ben totaal anders dan jij’. Voor en na de interventie werd stigma gemeten met de Social Distance Scale (SDS) en een tool om stereotype houdingen te meten. De affecten werden gemeten met een lexicale besluiten taak waarbij constructen die bedreiging suggereren worden gemeten, de Positive and Negative Affect Schedule (PANAS) en een instrument om emotionele reacties te meten. Uit de correlatie analyses bleek dat, volgens verwachting, degenen die de continuümbenadering onderschreven minder stigma hadden dan degenen die de categoriale benadering onderschreven. Wel bleek dat de manipulatieve interventie invloed had op de continuüm-groep: bij hen namen de gevoelens van bedreiging en angst ten opzichte van de persoon met schizofrenie toe. Als het té dichtbij komt wil men toch enige afstand houden.
Thibodeau R, Peterson KM. (2018). On continuum beliefs and psychiatric stigma: Similarity to a person with schizophrenia can feel too close for comfort. Psychiatry Res. Dec;270:731-737.