Met de komst van de wet integrale suïcidepreventie op 1 januari 2026 krijgen gemeenten een wettelijke taak en 10 miljoen euro om suïcides te voorkomen. Experts laten zien hoe dat effectief kan. Ervaringsdeskundige Titus Radstake adviseert: “Vergeet bij alle protocollen de mens niet die ook behoefte heeft aan een goed gesprek met bijvoorbeeld een buurman.”
Titus Radstake stond midden in het leven: een succesvolle carrière bij de Rabobank, gelukkig getrouwd en vader van drie dochters. Tot hij mentaal vastliep. “Door niet-passende zorg ging het heel snel heel verkeerd,” vertelt hij. “Ik begon me steeds verder terug te trekken.” Na meerdere suïcidepogingen kwam het kantelpunt, na een gebeurtenis die hem bijna het leven kostte. Nu, tien jaar later, zet hij zich in als ervaringsdeskundige en pleit hij voor meer openheid over wat er speelt vóórdat suïcidale gedachten ontstaan. “Als ik eerder gesprekken had kunnen voeren over mijn gepieker en het gevoel dat ik niet goed genoeg was, dan had het niet zo ver hoeven komen.”
Dit verslag is gebaseerd op het webinar over suïcidepreventie op 26 juni 2025. De webinars worden georganiseerd vanuit het Regiobeeld Psychische Problematiek (RPP) ontwikkeld door Phrenos, KPMG en RIVM in opdracht van het ministerie van VWS en de VNG. Kenniscentrum Phrenos werkt bij de organisatie van deze webinars samen met Movisie. |
60% niet in zicht van zorg
Het verhaal van Titus illustreert een pijnlijk punt: bij 60% van alle suïcides zijn mensen vooraf niet in beeld van de specialistische ggz. “Maar die zijn natuurlijk wel in beeld bij de rest van de maatschappij, bij ons allemaal”, vertelt Sanne Leenen van 113 Zelfmoordpreventie. Zij tekent een netwerk rond elke persoon: familie, huisarts, sportvereniging, werkgever, buren. Al die formele en informele hulpverleners kunnen een vangnet bieden dat suïcide kan voorkomen. Met acties die samen een groter geheel vormen en impact hebben. Precies wat Titus miste.
De cijfers tonen de urgentie. In 2024 overleden 1.849 mensen door suïcide in Nederland. Onder jongvolwassenen tot 30 jaar is suïcide zelfs doodsoorzaak nummer 1. Deze cijfers blijven relatief stabiel, maar volgens Leenen gaat het niet alleen om statistieken: “Ik ben altijd meer geïnteresseerd in het verhaal daarachter.”
5 stappen naar lokale aanpak
113 Zelfmoordpreventie maakte een preventieplan, gebaseerd op het Europese EAAD-model (European Alliance Against Depression). Dit model begint met de toegang tot dodelijke middelen te beperken, denk aan samenwerking met NS ProRail, medicatiebeheer en gebouwveiligheid. Vervolgens komen publiekscampagnes aan de orde, zoals de ‘Ik zie je’-campagne om bewustzijn te vergroten.
Dan volgt het trainen van ‘gatekeepers’. Dat zijn sleutelfiguren in het netwerk die leren signalen te herkennen en door te vragen. “Dat kan met trainingen, maar ook met voorlichting of workshops”, legt Leenen uit. De 4e stap richt zich op risicogroepen, zoals mannen van middelbare leeftijd of mensen in de agrarische sector. “In IJsselland ontwikkelden we aangepaste trainingen voor erfbetreders, mensen die bij de boer op het erf komen.”
Tot slot volgen samenwerkingsafspraken, zodat iedereen in het netwerk zijn rol kan spelen. Van signaleren tot aan warm overdragen. Van GGD, scholen, huisartsen, schuldhulpverlening tot aan lokale ggz-hulpverleners. “Je wilt de juiste hulp op de juiste plek samen kunnen vinden, niet de verantwoordelijkheid alleen bij de huisarts leggen.”
Nieuw wet: gemeenten aan de slag met suïcidepreventie
Vanaf 1 januari 2026 krijgt suïcidepreventie een plek in de Wet Publieke Gezondheid. “Van vrijblijvend naar vanzelfsprekend”, vat Leenen het samen. Gemeenten moeten suïcidepreventie opnemen in hun gezondheidsbeleid én uitvoeren. Daar komt 10 miljoen euro per jaar voor beschikbaar via het gemeentefonds.
“Gemeenten kunnen dat zelf inkleuren, maar hoeven niet steeds het wiel opnieuw uit te vinden. 113 Deelt graag ervaringen en een stappenplan voor effectief beleid.”
Meten wat werkt
Hoe weet je vervolgens of suïcidepreventie effect heeft? Jesse van der Mijl, projectleider Landelijke Agenda Suïcidepreventie bij 113, hanteert ‘batenmanagement’. Dat is een methode om te meten wat werkt. De methode bepaalt niet het directe effect op het aantal suïcidepogingen, want dat is heel moeilijk, maar meet een aantal tussendoelen.
Van der Mijl: “We hebben 3 veranderdoelen:
- durven en leren praten over suïcide,
- signaleren van risicogroepen en hen helpen hulp te zoeken, en
- veilige zorg bieden aan mensen met gedachten over zelfdoding.”
“Voor elk project bepalen we de gestelde ‘baten’. Neem de ‘Vraag-maar’-training die mensen leert te vragen: ‘Denk je wel eens aan zelfmoord?’ Het projectproduct (de training) geeft mensen competenties (durven vragen), wat leidt tot verwachte baten (mensen praten over suïcidale gedachten). Vervolgens meten we hoeveel procent van de mensen die zich zorgen maken ook daadwerkelijk de vraag stelt. Zo houden we van ongeveer 100 baten in de gaten of we ze volgens plan bereiken.”
Cijfers als startpunt: Regiobeeld
Het Regiobeeld Psychische Problematiek van RIVM geeft gemeenten tot slot inzicht in hun lokale situatie. “We kijken vanuit 3 perspectieven”, legt projectleider Renske Eilers uit. “Demografische en sociaal-culturele kenmerken, sociale factoren die iets zeggen over verwacht zorg- en ondersteuningsgebruik, en aanbod en gebruik vanuit verschillende kanten, zoals ZVW, WMO Wlz.”
Zo toont het dashboard trends in suïcide, mate van regie die mensen ervaren over hun leven, en het aantal instromers in de ggz. Een overzichtsgrafiek vergelijkt de eigen gemeente met het landelijk gemiddelde. “Ik zie in Rotterdam de schulden heel rood uitslaan”, merkt moderator Christine Kuiper van Kenniscentrum Phrenos op. “Dat is interessante informatie voor integrale suïcidepreventie.”
De mens achter de protocollen
Tijdens de discussie komt de kern van het webinar naar boven. Rian van Eekelen, werkzaam in de ggz, herkent een patroon: “Als de hulpvraag komt, worden er meteen protocollen opgesteld. Kinderen worden bedolven onder protocollen, waarschuwingen, bewakingen. Ik zeg niet dat dit slecht is. Maar waar is nu de echte aandacht voor die jongen met zijn suïcidale gedachten? Komt er een trainer langs die zegt: kom joh, we gaan een balletje trappen.”
Titus Radstake knikt instemmend: “Durf openheid en kwetsbaarheid te tonen, ook als professional. Dat is een zachte factor die je niet in protocollen kunt stoppen. Maar die ik wel heb gemist.”
Titus pleit voor gesprekken over wat er speelt vóórdat suïcidale gedachten opkomen: “Het gaat niet over zelfdoding, maar over wat daarvóór speelt. Het piekeren, je niet goed genoeg voelen. Daar moet het over gaan. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit het onderzoek van klinisch psycholoog Derek de Beurs. Samen met ervaringsdeskundigen maakte hij een kaartspel voor netwerkanalyse om die onderwerpen bespreekbaar te maken.”
Laagdrempelige menselijke verbinding
Sanne Leenen beaamt het belang van de menselijke verbinding: “Een mooi voorbeeld is de aanpak in Arnhem met Centrum voor Levensvragen, ‘De derde verdieping’ genoemd. Daar kun je laagdrempelig in gesprek met geestelijke verzorgers die naast je gaan staan en meedenken.”
Jesse van der Mijl erkent de complexiteit en ziet de aanpak als een gatenkaas: “Je zet kaasplakken van maatregelen achter elkaar, maar in die maatregelen zitten gaten. Glip je door één gat, dan is er hopelijk nog een volgende plak. De combinatie van maatregelen op verschillende niveaus gaat aantoonbaar werken.”
Zelfonderzoek als sleutel
Voor Titus Radstake ligt de sleutel in zelfonderzoek en openheid. “Alle emoties zijn belangrijk. Als je niet weet hoe je daarmee om moet gaan, hoe begin je dan? Dat vraagt om zelfonderzoek.” Titus beschrijft hoe hij leerde omgaan met de constante signalen van zijn door brandwonden getekende lichaam: “Als ik even stilsta bij die sensaties, ben ik me daar fysiek van bewust, maar ook mentaal. Bewust van mijn gevoel, in relatie tot de ander maar ook tot mezelf. Dat was ik voor mijn poging helemaal niet.”
Integrale aanpak met warm hart
Het webinar toont hoe de nieuwe wet kansen biedt voor structurele verbetering van suïcidepreventie. De gepresenteerde methodieken geven gemeenten handvatten. Het Regiobeeld helpt de lokale situatie in kaart te brengen.
Tegelijk komt uit de discussie naar voren dat effectieve suïcidepreventie meer vereist dan protocollen en meetinstrumenten. Het vraagt om echte menselijke verbinding, om professionals die durven doorvragen en luisteren, en een vangnet dat bereikbaar is.
Webinarreeks
De webinarreeks wordt georganiseerd vanuit het Regiobeeld Psychische Problematiek. In de webinarreeks staan mooie voorbeelden van domeinoverstijgende samenwerking in de schijnwerper, met als doel om van elkaar te leren en elkaar te inspireren. Het eerstvolgende webinar staat gepland op donderdag 25 september 2025 waarin we inzoomen op De rol van de zorgverzekeraar en donderdag 27 november 2025 staat De praktijk centraal. Op alle data is het webinar van 12:00 tot 13:00 uur te volgen via MS Teams. Meld u aan via het aanmeldformulier.
Regiobeeld Psychische Problematiek |
Denk jij aan zelfdoding? Neem 24/7 gratis en anoniem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 of chat op 113.nl.