De meeste mensen met ernstige psychische aandoeningen willen graag participeren in onze samenleving. Velen onder hen lukt het echter niet om een betaalde baan of andere zinvolle bezigheden te krijgen. Dr. Sarita Sanches (Altrecht en KC Phrenos) concludeert in haar proefschrift dat hiervoor onder andere veel meer ingezet kan worden op gerichte rehabilitatiemethoden, bijvoorbeeld de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB). Op 7 april jl. promoveerde Sanches cum laude bij Tilburg University op haar proefschrift Working towards social participation. Helping individuals with severe mental illnesses reach their goals related to work, education and meaningful daily activities through psychiatric rehabilitation. Promotor was prof. dr. Jaap van Weeghel, de co-promotoren waren dr. Wilma Swildens en dr. Jooske van Busschbach.
Maatschappelijke participatie geeft kleur aan het leven
‘Deelnemen aan de maatschappij zorgt ervoor dat je meer sociale contacten krijgt, een doel hebt in je leven en het is belangrijk voor je identiteit, voor jezelf en voor anderen. Als je op een feestje bent en je maakt kennis met iemand, is meestal de eerste vraag wat je doet in het dagelijks leven. Als je daar niets op kunt antwoorden, doet dat echt wel wat met je,’ vertelt Sanches. ‘Als je werk hebt, merk je dat het fijn is om een doel te hebben, het geeft je het gevoel van nut te zijn en dat je ergens bij hoort. En het normaliseert je leven. Voor mensen die langere tijd niets doen vanwege ernstige psychische problemen is het moeilijk om doelen te bepalen en te behalen. Ondersteuning kan daarin veel goeds doen.’
Stigmatisering
De meeste mensen met ernstige psychische aandoeningen willen wel graag participeren, maar hoewel er de afgelopen decennia meer aandacht voor is, blijft deze groep achter, ook bij mensen met een lichamelijke handicap. Sanches denkt dat stigma op ernstige psychische problemen, zoals psychoses hier een rol speelt: ‘Werkgevers zijn huiverig om mensen uit deze groep aan te nemen, ook al zijn ze gekwalificeerd voor het werk. Als je gaat solliciteren en je hebt een gat in je cv doordat je een tijdlang eruit bent geweest vanwege een zware psychose, schrikt dat veel werkgevers af. Terwijl zo iemand het werk even goed zou kunnen als ieder ander. Wat werkgevers ook weerhoudt is dat mensen met ernstige psychische problemen soms aanpassingen nodig hebben in het werk, en dat de kans bestaat dat ze uitvallen vanwege hun klachten.’
Onderzoek naar de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB)
In deze rehabilitatiemethode zoekt de cliënt zoekt – samen met de begeleider – uit wat hij/zij in de nabije toekomst zou willen bereiken, en kiest een specifiek doel. De cliënt krijgt ondersteuning om het gekozen doel te bereiken en als het is verkregen, om het te behouden. ‘IRB is een heel brede methode die mensen helpt helder te krijgen wat ze überhaupt willen. Doelen stellen, keuzes maken, is voor ons heel vanzelfsprekend, maar als je dat 20 jaar niet gedaan hebt, kan dat heel lastig zijn. En daar is de IRB heel sterk in om mensen daarin te helpen., aldus Sanches. ‘In dit onderzoek hebben we IRB vergeleken met een actieve controleconditie (ACC)’, vertelt Sarita. ‘In die ACC werd ook een traject aangeboden waarin cliënten samen met hun begeleiders rehabilitatiedoelen vaststelden en ondersteuning kregen om die doelen te behalen. Er deden 188 mensen mee (98 IRB en 90 ACC). Er werd geen verschil gevonden tussen de IRB-groep en de controleconditie. Het was allebei even goed. De uitkomst was dat ongeveer 43% van de deelnemers aan het onderzoek zinvolle activiteiten vond (voor betaald werk was dit 31%). Dit is veel meer dan wat in studies zonder gerichte begeleiding naar maatschappelijke participatie gevonden wordt; dat is namelijk rond de 4% voor betaald werk. Het is dus zaak om te investeren in gerichte rehabilitatiemethoden zoals IRB.’
Rehabilitatie-aanbod in ambulante ggz
Mensen die in behandeling zijn bij een FACT-team krijgen vaak rehabilitatie aangeboden. Dat hangt wel af van het team. Sanches: ‘Sommige FACT-teams hebben jammer genoeg geen specialist op dit gebied en dan zie je dat een team toch veel meer bezig is met het behandelen en verminderen van symptomen. Behandelaren hebben vaak een grote caseload en veel te weinig tijd om zelf wekelijks met iemand in gesprek te gaan over zijn/haar maatschappelijke en sociale wensen. In teams waar dat wel aanwezig is kunnen cliënten meestal snel aan de slag met het stellen van doelen, nadenken over bezigheden, terugkeer naar school of werk.’ Daarnaast kan het ook werken om externe specialisten in te schakelen, mits daar een nauwe samenwerking mee opgebouwd wordt.
Extra aandacht voor jongeren
Tijdens het onderzoek had Sarita Sanches ook een groep jongeren met eetstoornissen willen betrekken. Dat is er jammer genoeg niet van gekomen. ‘Heel jammer,’ zegt Sanches, ‘aan die groep wordt weinig gedaan aan rehabilitatie, terwijl dat jongeren zijn die uitvallen uit school, sociale netwerken. Al je op je veertiende al langdurig opgenomen bent, loop je zo’n enorme achterstand op. Dat is wel een groep mensen waarvan ik vind dat er wel extra aandacht voor gevraagd mag worden.’